Eerder gepubliceerd op 29 juni 2005
Eerder deze week dacht ik al eens, na het horen van zalvende radiospotjes: o ja, de Nederlandse militairen die in de jaren veertig Indonesië hardhandig en tevergeefs weer in het gareel van de aandeelhouders probeerden te krijgen, en daarna hetzelfde nog een paar keer dunnetjes over deden, eerst in Korea en toen in Nieuw Guinea, die horen ook tot de edele types die vrede stichtend door de wereld getrokken zijn en vandaag postuum voor prins Bernhard staan te salueren. Valt me nog mee dat we niet aan de Vietnamoorlog hebben meegedaan, want daar is ook te gek veel vrede gesticht, indertijd. Momenteel stichten Nederlandse militairen weer enorm veel pais en vree in Afghanistan, dus alle aanleiding om die lui eens in het zonnetje te zetten: je hoeft maar te kikken en ze pakken hun rugzak vol vrede en democratie op en vertrekken, waar dan ook heen.
Eigenlijk ben ik zelf ook al een veteraan, want ik heb in 1958, het angstzweet op de kaken, een week lang met ingepakte ransel en plunjezak gereed gezeten (in Steenwijkerwold) omdat het 46 Infanterie Bataljon, waarbij ik toen dienstplichtig was ingedeeld, klaar stond om mee te doen aan de invasie van Libanon. Dat zou nog eens op een fiasco zijn uitgelopen trouwens, want wij waren wel opgeleid, maar wisten nog nauwelijks de voorkant van een Garand M1-geweer te onderscheiden van de achterkant en handgranaten kenden we alleen uit het Handboek Soldaat. Wel waren we praktisch geoefend in de wijze waarop een wolletje moest worden gemaakt en we wisten ook dat het de soldaat verboden is met de handen onder de dekens te slapen en daarbij een vergenoegd gezicht te trekken. Maar voor het overige verdwaalden wij met de jeep al in de directe omgeving van de kazerne en waren de radio’s steeds kapot.
Wim de Bie is van mening dat je ook zonder een gemankeerde uitzending naar Libanon voor de medaille in aanmerking moet komen. Dus helemaal degenen, onder wie ondergetekende, die ooit bereid (want verplicht) waren de toen heersende koude oorlog om te zetten in een warme, uiteraard in een vroege opwelling van vrede en democratie. Als wij hadden mogen optreden was het nu veel rustiger geweest in het Midden-Oosten en de benzine goedkoper. En wij hopeloos verdwaald in de woestijn, maar dit terzijde.
Nou ja, hou die medailles ook maar: ik ben die van de Vierdaagse ook al kwijt.
_______