Hij staat in de tuin van het hospice langs de Noorder Stadsgracht in Leeuwarden. Zo’n blije man van rond de zeventig die een beetje staat te spelen met zijn nieuwe telefoon. Achter hem het hospice dat de ‘gasten’ al laat wennen aan het volgende stadium: voor het vroeg negentiende-eeuwse gebouw staan twee statige oude rode beuken, met hun discreet treurig neerhangende takken.
Ongevraagd richt hij het woord tot me. Hoe fraai het uitzicht over de gracht vol vrolijke plezierboten is. Dat hij geneticus is en dat hij nog altijd heel actief is bij het vermeerderen van zeldzame plantensoorten, met name van orchideeën uit de tropen. Hij merkt dat het een onderwerp is dat mij interesseert en doet de daarop volgende tien minuten zijn best om op mij de indruk te wekken dat ik hier van doen heb met een zeldzaam exemplaar.
Hij heeft iets met grote getallen, te grote getallen. Hij noemt het duizelingwekkende aantal megapixels van de camera in zijn Nokia telefoon. Het gaat om tienduizenden orchideeën in de kas achter zijn huis, over de tientallen reizen die hij naar Ecuador heeft gemaakt, over het enorme formaat van de bloem van een zeldzame tropische waterplant. En over het lichaamsgewicht van een jongeman die een gezamenlijke kennis van ons tweeën blijkt te zijn. Ik wist dus dat de man dik was – hij is overleden – maar 380 kilo, dat is weer overdreven.
Ik vind het intussen tijd om weer eens op ‘huis’ aan te gaan. Hij doet een stap achteruit, en zegt: ‘Mijn vrouw ligt hier. Ze gaat dood.’
Ze heeft een hersentumor, vertelt hij, steeds meer lichaamsfuncties vallen uit. Ik besef dat terughoudendheid mij hier past, maar ik hoef nergens naar te vragen. ‘Ze heeft een euthanasieverklaring,’ zegt hij, ten teken dat hij raadt wat ik denk. ‘Vrienden en familieleden genoeg die door de dokter geholpen zijn. Zij wil het uiteindelijk misschien ook wel, denk ik. Maar je neemt niet zó gemakkelijk afscheid.’
Hij doet nog een stap achteruit en knikt vriendelijk naar me. Ik denk dat hij weer naar binnen gaat. Naar zijn vrouw. Ze willen nog even geen afscheid nemen. Ik wel, net zo makkelijk.
________