In het jaar dat ik geboren werd, schreef Maastrichtenaar Robert Franquinet een boekje onder de titel ‘In memoriam Maurice Ravel’. Hij was toen 23 jaar oud en hij was al opgevallen aan H. Marsman, die in datzelfde jaar 1938 uitvoerig schreef over gedichten van Robert. Op internet is zijn bibliografie te vinden: 21 romans, gedichten, kritisch proza. En niet alle boeken staan er op, weet ik. Diverse galeries, met name Amerikaanse, verkopen nog schilderijen van Robert, die in 1979 overleed.
In 1970 parafeerde ik de declaraties van Robert, nadat die uit Parijs, waar hij lang had gewoond, weer in Maastricht was neergestreken, en werkte als kunstredacteur op de redactie van het Limburgs Dagblad. Hij werd wegens zijn trage en onzekere manier van lopen liefkozend de schildpad genoemd en had altijd een vage glimlach op het gezicht. Het was moeilijk in hem de voormalige verzetsman te zien die door de nazi’s in het Nacht und Nebelkamp in Natzweiler zwaar mishandeld was – daarbij was de werking van zijn evenwichtsorgaan grotendeels teniet gedaan.
Een hersenoperatie, waar hij zeer trots op was, alsof hij hem zelf had uitgevoerd, in combinatie met het geneesmiddel L-dopa, gaf hem zijn evenwicht enigszins terug. Een hachelijke toestand, die hem er niet van weerhield in snelle sportwagens rond te rijden. Of hij zich een zwierige staat kon veroorloven weet ik niet, hij had veel schilderijen verkocht uit zijn Parijse tijd, als je een beetje zoekt in Amerikaanse musea voor moderne kunst vind je nog het een en ander.
Vaak gingen Robert en ik door de week met nog een of twee collega’s erbij ergens beschaafd lunchen; we kwamen bij Robert thuis, waar de woonkamer tevens zijn schildersatelier was, voor zijn coq au vin – geregeld overhandigde Robert me opeens de sleutels van zijn Matra 530 met de opdracht: ga hem eens even proberen. Robert was wel zwierig maar wist dat hij in zijn toestand niet het volle vermogen van de wagen kon uitproberen. De auto reed overigens niet sneller dan 180 km/u.
Buiten de cultuurredactie gold hij als een vreemde eend in de bijt, iemand die, heel ouderwets, een sinecure was aangeboden. Zijn artikelen over literatuur en schilderkunst waren moeilijk leesbaar en vaak heel erg lang. Maar ik vond: als krantenredacties geen onderdak konden bieden aan mensen als Robert, dan maar liever helemáál geen krantenredactie.
__________