Fons Geraets van L1 Radio belde: Leo Herberghs, Limburgs dichter en voormalig journalist, wordt deze maand 87 jaar, en Fons had gehoord dat ik nog samen met Leo op de redactie van het Limburgs Dagblad heb gewerkt en hij wilde me daarvoor kort spreken als inleiding bij het grote interview dat hij met Leo had opgenomen.
‘Ik was zelfs zijn chef!’ riep ik in de telefoon, en dat leidde tot een korte, enigszins bevreemde stilte bij Fons. ‘Zijn chef?’
Nee, natuurlijk niet ‘zijn chef’ in de betekenis die die term tegenwoordig heeft – tegenwoordig beslist iemands chef in een bedrijf, óók die op een krantenredactie, of je nu al dood moet of nog even mag blijven leven, de oude tijden van weleer zijn, net als zoveel andere dingen, weer helemaal terug.
Maar in 1970 betekende ‘iemands chef zijn’ dat je een dienstwillige dienaar was die eens in de week een half uurtje nam om maatregelen te treffen zodat de betrokkene ongestoord kon blijven werken, diens salaris zo hoog mogelijk te doen opschroeven en nog wat vakantiedagen bij te schrijven op diens elastieken vrijedagenconto.
Ik ga de komende weken toch eens wat langer stil staan bij die periode, waarvan de geplogenheden tegenwoordig alleen nog maar geassocieerd worden met exotische samenlevingen op verre exo-planeten.
______