Bijna tweeënvijftig jaar ben ik journalist, en pas gistermiddag kwam ik toe aan de core business van mijn vak: verslag doen van het opspelden van de versierselen op iemands vestje die horen bij iets dat Hare Majesteit de Kogelin heeft behaagd.
Gelukkig was het verder helemaal in orde. Zowel de burgemeester die de juiste welgedane gestalte heeft, al is hij dan geen zestigplusser, zoals een echte burgemeester, als de decorandus (zo heet dat in het gemeentelijk persbericht). Dit betrof een blij verraste buurtgenoot van mij, aan wiens uiterlijk aljaren te zien was: waarom is die nog geen Ridder in de Orde van Oranje-Nassau?
Ook wist hij niet wat hem te wachten stond – tenzij hij een goede toneelspeler is. Dat hoort erbij: de burgemeester is zogenaamd voor iets anders aanwezig op het feestje wegens iets anders, en roept dan in olijke bewoordingen de decorandus naar voren, omdat zulks Hare Majesteit behaagd heeft.
Maar niet voordat hij heeft opgesomd wat de decorandus allemaal heeft uitgespookt, de laatste dertig jaar. De burgemeester zou sneller klaar zijn geweest met zijn opsomming als hij zich had beperkt tot het noemen van het enige voorzitterschap dat de decorandus níet had bekleed. Tot nu toe.
De aldus gedecoreerde nam ook nog even het woord, en zei dat men nog vergeten was te vermelden dat hij ook nog jurylid van de nationale zwembond was geweest.
Zo, die zat. Hij maakte de onderscheiding waar: hij wist het altijd beter.
__________