Je denkt, nou, ik werk toch lekker in de tuin, ik doe boodschappen, zuig stof, dweil, wandel heen en weer in menig winkelcentrum, draag de wijn in en uit de kelder – kijk mij eens even lichaamsbeweging nemen.
Ja, zeker. Tot je aangemaand wordt een deel van wandelroute 158 in Zuid-Limburg eens te lopen. Let wel: gewoon lopen.
Ik ben het helemaal verleerd, ik loop eerst drie van de vier mogelijke kanten op – allemaal verkeerd. Hier en daar is de omgeving van het lieflijke Epen echt een beetje verpest door nieuwbouw, ze leren het werkelijk nooit, dat is voorlopig de conclusie.
Intensief telefonisch contact met de groep familieleden bij wie ik me uiteindelijk zou moeten voegen brengt me wat dichter bij de route, ik maak door mijn eigenwijsheid nog een flinke fout bij een uitspanning genaamd ’t Zinkviooltje, maar uiteindelijk komen ze daar aan, met zijn vijven. We lopen onder vrolijke gesnap de rest van de route, de boert en jokkernij zijn niet van de lucht. Ik verzwik nog bijna een enkel, maar dat hoort erbij.
En daarna een eenvoudig gezamenlijk maal in een uitbundige boerenherberg waar ooit een burgemeester huisde van 2 meter 11 lang en schoenmaat 58 en dan op huis aan.
Midden in de nacht word ik wakker van heftige krampen in beide benen. Ik sta op, om er iets aan te doen, maar merk dat ik mijn been niet helemaal kan strekken. Machteloos valt ik achterover in bed.
Ik moet meer oefenen.
______