Door omstandigheden krijg ik weinig gelegenheid, dezer dagen, om naar mijn favoriete tv-programma te kijken, te weten De Wereld Draait Door. Niet altijd even favoriet, moet ik erbij zeggen, want het gaat mij toch wel erg vaak om het stomste verschijnsel ter wereld, de voetballerij. Maar de behandeling van een nog stommer onderwerp, namelijk de olifantenpaadjes, maakte weer veel goed, en ik heb het ‘item’ vandaag al enkele malen bekeken.
Het is hoe dan ook van groot belang om naar DWDD te kijken als Maarten ’t Hart een van de gasten is, die weet altijd wel een uitspraak te doen die hij absoluut niet kan verantwoorden, zoals destijds de uitspraak over de eigenschappen van homo’s of zoiets, ik kan het niet terugvinden, maar geloof me: het was een billenbijmekaarknijper, misschien wel een toevallig toepasselijke uitdrukking, bedenk ik nu.
Het olifantenpaadje – gisteravond was het de laatste keer dat ik aan dat verschijnsel dacht zonder te weten dat het een olifantenpaadje was. Bij het ziekenhuis dat ik de laatste dagen geregeld bezoek zijn enkele heuveltjes aangelegd waardoor het van oorsprong hellende terrein geschikt werd om auto’s horizontaal te parkeren. Ik had mijn auto op zo’n heuveltje staan en gebruikte na aankomst de betonnen trap in de helling om naar de ingang van de Acute Opname af te dalen.
Toen ik terugkwam, zag ik dat mijn auto eigenlijk gemakkelijker te bereiken was door de grazige helling náást de trap op te lopen. Let wel: dit is dus, zo weet ik nu uit De Wereld Draait Door, nog geen olifantenpaadje, het kan er een wórden. De mens is geneigd om onnodige bochten af te snijden en vooral op plaatsen waar iedereen zulks denkt, ontstaat na enige tijd een olifantenpaadje. In het geval van ‘mijn’ olifantenpaadje (foto) ben ik daar nog niet zo zeker van, omdat bovenop plaats is voor drie of vier auto’s en de desbetreffende automobilisten wellicht de neiging hebben weliswaar óók over het gras omhoog of omlaag te lopen, maar nooit precies langs hetzelfde paadje. Uiteindelijk ontstaan hier dus drie of vier olifantenpaadjes, en dat mag ook, van Maarten ’t Hart. Die wel graag zou zien dat er een bochtje in ontstond, want dat is een onderscheidend kenmerk van het olifantenpaadje.
Het verschijnsel kwam in DWDD ter sprake omdat een fotograaf er een fotoboek van had gemaakt, hetgeen ik een geweldig idee vind, hoewel ik tevens aarzel om het daarom aan te schaffen.
Wel moest ik even denken aan de enorme aantallen paadjes die ik ooit in Kenia zag, die ongeveer parallel aan een kaarsrechte asfaltweg lopen. Niet echt parallel, want ze kronkelen enorm, van bovenaf moet het eruit zien als een eindeloze bundel al dente gekookte spaghetti. Maar is dit een olifantenpaadje? Volgens mij kijkt een olifant wel uit, het idee van het olifantenpad is immers: recht op het doel af, geen omwegen. En de Keniaanse paadjes, zo vertelde men mij daar, móeten juist kronkelen: dan kunnen de boze geesten je namelijk minder makkelijk volgen.
Yeah, right.
_________