Het is de tijd van het knippen van de heg. Eigenlijk na 9 mei, maar komaan: dit jaar is alles vroeger, als we niet uitkijken is de zomer al uitgeregeerd voor hij goed en wel begonnen is.
Het is altijd met een lichte spijt dat ik er aan begin. Want begin april loopt de heg plotseling uit, binnen een paar dagen kan ik er de buurvrouw niet meer doorheen zien, eind april is de heg een prachtige bos lichtgroene, elegant gevormde blaadjes die sierlijk en nogal geordend ietwat neerhangen. Prachtig. Maar dan moet de schaar er in, want elke struik waaruit de heg bestaat is feitelijk een flinke boom en je hoeft maar even te laat te zijn of het is echt te laat. Als de heg geknipt is heeft hij de strakke lijn en de donkergroene kleur die hij, onder ideale omstandigheden althans, die zich zelden voordoen, de hele zomer houdt.
O wacht, de heg bestaat uit exemplaren van Carpinus betulus, ook wel bekend als haagbeuk, een verre verwant van de beuk, Fagus sylvatica. Waarvan je dus een beukenhaag zou kunnen planten. Eén deel van de heg is 34 jaar oud, de rest een jaar of 15, en in totaal hebben we hier ongeveer honderd meter, waarvan ik de helft maar aan één kant hoef te snoeien en de andere helft aan beide kanten. Zodat ik ongeveer 150 meter heg snoei – 15 meter zijn ook nog ruim twee meter hoog in plaats van 1.60 meter, om de coniferen van de buren te maskeren.
Ik heb een elektrische heggenschaar en daarmee zou ik het karwei in één dag kunnen klaren. Maar ik heb een hekel aan dat ding. Ik moet er de geluiddempers bij op en een veiligheidsbril, en al twee keer is me overkomen dat ik met de schaar zelf de stroomdraad heb doorgeknipt, hetgeen gepaard gaat met een enorme knal en ontregeling van de stroomtoevoer in huis. En een bezoek aan de doehetzelver voor een nieuw snoer.
Bovendien kun je, met een handschaar, veel mooier snoeien en op details letten, zoals de eventuele aanwezigheid van witte vlieg of, interessanter, een wespennest in aanbouw. Maar het werk is natuurlijk inspannender, je wordt er flink moe van en je bent er minstens een week mee bezig.
Dit jaar, waarin de heg dus vroeger dan anders aan de beurt is, valt er nog meer te genieten. Sinds de heg is uitgelopen is er één klein regenbuitje overheen gegaan. Ik heb vanmorgen een eind geknipt: ik zat helemaal vol met stuifmeel (van andere bomen, natuurlijk) en ander stof en kleine bruine vliesjes, vermoedelijk afkomstig van de treurbeuk van de buurvrouw. Het werd me te bar toen ik ineens mijn oren dicht had zitten, een enorme kriebel in de keel had en een druppel aan de neus.
Ik heb de heg nu flink nat gespoten en in afwachting dat hij voldoende aandroogt, kan ik een stukje schrijven.
Ik mag graag een potje efficiënt werken. Namelijk.
_________