Vanmorgen ijlt mijn zoonlief wit van schrik
Mijn kamer in: Papa, papa, één ogenblik!
Oh nee, opnieuw. Ik hoor, eerlijk gezegd met een half oor, dat mijn zoon me een verhaal vertelt dat gaat over Bin Laden, 9/11, de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, de Amerikaanse centrale bank, Seth en Horus en denk, wat is dít? Even vermoed ik dat er een nieuwe game in de handel is, maar dat het ook kan zijn dat hij gewoon serieus een boek ter hand heeft genomen waarin de beginselen van de wereldeconomie uiteen worden gezet.
Dat laatste is twijfelachtig, want net als veel van zijn generatiegenoten léést hij nooit een boek. Maar hij komt zelf al met de oplossing van het raadsel: Zeitgeist heeft hij gezien, een documentaire waarin zo ongeveer alle complottheorieën waarvan het wemelt op internet bij elkaar zijn geveegd en met behulp van handig uitgekozen filmfragmenten in elkaar is gezet. Het schijnt een mooi stukje werk te zijn, van mijn zoon verneem ik dat zelfs John Kennedy er in voorkomt. Die leeft nog, zoals bekend, net als Elvis Presley, Martin Luther King en de drie fanatieke moslims, die natuurlijk helemaal geen fanatieke moslims waren, die vliegtuigen de torens van het World Trade Center in New York binnen vlogen. Zeitgeist is, kortom, de internetversie van de Protocollen van de Wijzen van Zion.
Enigszins werktuiglijk haal ik wat kritische besprekingen van Zeitgeist bijeen op allerlei blogs, maar dat sterkt hem er alleen maar in dat Zeitgeist wel waar moet zijn, misschien denkt hij zelfs dat ik óók al onderdeel ben van die hele moordmachinerie die al eeuwen de argeloze mensheid geselt, terwijl de mensen met andere dingen bezig zijn.
Dan het maar anders geprobeerd. Lees eens een serieus geschiedenisboek, lees eens The God Delusion van Richard Dawkins, lees eens… maar nee, hij heeft genoeg aan Zeitgeist voorlopig. Het is bewonderenswaardig hoe hij, na éénmaal de documentaire gezien te hebben, het hele ‘verhaal’ feilloos kan navertellen. Bijna tè feilloos.
Ik gooi het over een andere boeg. ‘Nog zo’n complottheorie,’ zeg ik. ‘Dat Facebook stiekem gegevens van je opslaat om er achter te komen wat voor advertenties ze op je af kunnen sturen.’ O, maar dat is waar, zegt hij, en dat weet ik natuurlijk ook wel, al worden mijn gegevens natuurlijk niet gezien door een of andere mens van vlees en bloed maar alleen doorzocht door een computer die vervolgens advertenties voor bijvoorbeeld een exemplaar van Zeitgeist op me af stuurt. Ik vind dat al griezelig genoeg, al verandert het weer in iets heel normaals als de Italiaanse internetboekhandel waar ik geregeld boeken van bijvoorbeeld Andrea Camilleri bestel, me op de hoogte brengt van het verschijnen van een nieuw boek van deze auteur. Of van Nicolò Ammaniti.
Eigenlijk is het niet aardig dat ik dit stukje nu over mijn zoon schrijf, zonder hem daarover te raadplegen. Dat deelt mij definitiever dan toch al bij de mensen die dat complot tegen hem en de rest van de mensheid smeden.
Gelukkig leest hij ook geen weblogs.
Wat ik toch wel eens zou willen weten: hoe praat je zo’n jongen die onzin weer uit het hoofd?
_______