‘God is on your side’, zei Zbigniew Brzezinski, destijds veiligheidsadviseur van president Jimmy Carter. Ik zie het nog voor me, hij staat op een bergtop in Afghanistan, wijst met een theatraal gebaar naar een passerende Russische helikopter en de ruige types met tulbanden en baarden om hem heen, wier ware aard we later zullen leren kennen onder de naam ‘Taliban’, schieten als gekken op het toestel met de mitrailleurs en bazooka’s en wat verder allemaal nog geheel gratis is verkregen van zowel de Russen als de Amerikanen. Met god aan je kant kun je vooruit, als stoere knul.
Het beeld in mijn herinnering zal in de loop van de sindsdien verstreken kleine dertig jaar wel enigszins vertekend zijn geworden en ook wel verkleurd. Maar het is toch goed er even aan te denken, als je de Libische jongens met hun pickuptrucks ziet. Zelfde wapens, zelfde bravoure, zeg maar rustig: zelfde grote bek. Vooral de dames kijken, op veilige afstand achter een tv-toestel in Amstelveen, bewonderend naar zoveel moed en mannelijkheid.
Maar ik wil weer even het edele handwerk van de ontnuchtering doen. Stel de drieste aanvallen van Sarkozy en Cameron, die als houwdegens niet onderdoen voor Khadaffi, leiden tot de overwinning van de pickuptrucks – dan willen de Fransen en de Britten toch zeker hun aandeel in de winst verzilveren door voorlopig de baas te blijven in Libië. Een activiteit die nog wel eens een humanitair tintje zou kunnen krijgen. Want waarom zouden na de revolutie uit Libië geen boeken opduiken met mutatis mutandis dezelfde inhoud als De Vliegeraar en Duizend Schitterende Zonnen? Die vrolijke schutters hebben de ellende van de oorlog aan den lijve ondervinden, die gaan na de overwinning naar huis en leven zich aldaar uit op vrouwen en kinderen – want dat is onze cultuur.
Waarna het vermoeden ontstaat dat de olie ook bij de revolutie niet in de veiligste handen terecht is gekomen. Integendeel.
Dit is geen pleidooi om Khadaffi dan maar rustig de gelegenheid te geven zijn eigen mensen uit te roeien, maar wel wil ik – bij voorbaat vergeefs – bepleiten dat voortaan selectiever te werk zou worden gegaan bij het bepalen van welke dictator wel, en welke geen steun verdient in de vorm van wapens en ander oorlogstuig.
Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd, ook al omdat er al dictators zat zijn die net zo fout (misschien iets minder gek, maar toch) zijn als Mouammar en die toch al door wie dan ook voorzien zijn van wat er allemaal nodig is om je, zoals ze dat hier in Limburg zeggen, een dikke te maken.
Illusieloos, ja, dat ben ik. Als je nog twijfelt: koop dan eens een paar keer De Telegraaf, deze week. Elke dag dat krijgsgehuil op de voorpagina. Je schaamt je dat je mens bent.
_________