Knut de ijsbeer is dood, en dat is maar goed ook. ‘Hersenbloeding!’ riep Djamila onmiddellijk bij de film waarin je de zielige ijsbeer ineens ziet wankelen, hulpeloos ronddraaien, in het water vallen, nog één keer naar lucht ziet happen en dan ziet verdrinken. Ja, het is tragisch en vreselijk om te zien, maar het dier was wel uit zijn lijden verlost.
Niet zonder moeilijk herstelbare schade te hebben aangericht aan het imago van de Berliner Tiergarten in het bijzonder en het dierentuinwezen in het algemeen.
Kijk, ik word ook ontroerd door zo’n argeloos bolletje witte wol die vrolijk rondrent en over zijn eigen dikke poten struikelt – de natuur maakt het bijna onmogelijk nog een mooie, goedgelijkende knuffel te maken van zo’n leukerd. De natuur is zelf ook heel slim: die maakt jonge dieren zo, dat oudere dieren niet zozeer geneigd zijn het malse hapje direct te nuttigen, als er wel vertederd naar te kijken – het beeld van een jong dier roept moeder- en zorggevoelens op.
Ik zag laatst een filmpje van een panter die een moederaap doodt maar vervolgens heel teder voor haar jong probeert te zorgen. Wat natuurlijk niet lukt: geen idee hoe dat zou moeten, en als het wel was gelukt, wat dan? Dat aapje weet dan niet beter of hij is een panter, maar helaas hoort hij vervolgens helemaal nergens meer bij. Maar goed dat het dier binnen een dag van de honger dood was.
De leiding van de Berlijnse dierentuin was destijds net zo stom als die panter, nog even afgezien van nog minder nobele drijfveren zoals het rinkelen van de kassa. Hoort het niet tot de fundamentele kennis van de technische leiding van een dierentuin om te weten dat opvoeding thuis bij een medewerker van de zoo van een verstoten ijsbeertje regelrecht tot rampspoed leidt? Hoezeer zijn de deskundigen niet gehoond die vonden dat het voor Knut het beste zou zijn geweest als hij snel na zijn verstoting was gestorven!
Nu heeft hij het zelf moeten doen. Nou ja, de natuur heeft hem een handje geholpen. Helaas is hem niets bespaard gebleven, niet alleen de tienduizenden staarogen van betalende bezoekers, gericht op die inmiddels volwassen lompe witte beer, maar vooral het gevolg van de volgende stomme fout: dat ze het dier bij andere ijsberen hadden opgesloten in een krap verblijf. De andere ijsberen die wel deskundig zijn en vervolgens kil maar consequent naar die deskundigheid handelen: Hee, jij was toch verstoten door je moeder? Dat was niet voor niks hoor! Opgesodemieterd!
Nu nog even de bevestiging dat het om een hersenbloeding ging en niet om zelfmoord. ‘Autopsie bij dieren levert niet vaak een doodsoorzaak op,’ zei alweer een andere dierendeskundige op tv gisteren. Dus of we er ooit achter komen…
Jongens, doe het voortaan met deze film over Knut, of met een mooie foto, en blijf verder met je poten van het dierenleven af.
________