Als er één aspect is van het leven waarin ik hopeloos heb gefaald, dan is het wel in het minimalisme. Terwijl ik daar eigenlijk zo’n voorstander van ben. Ik ben natuurlijk vóór minimal music, alleen omdat ik denk dat dat de enige muzieksoort is die ik zelf wel zou kunnen maken, al zal ik me daar ook wel weer deerlijk in vergissen. En eigenlijk ben ik voor de essentie van het minimalisme: zo weinig mogelijk dingen hebben.
De nrc.next van hedenmorgen doet een dappere poging door op de voorpagina alleen een rood stipje, de datum vr. 11 mrt ’11 te vermelden, een streepjescode en de koptekst: Zoveel heb je niet nodig. Op pagina 4 en 5 staan geen paginanummers, wel een spuuglelijke advertentie van een telefoonwinkel – want de schoorsteen moet roken – en een artikel getiteld Zo leven minimalisten. Het artikel van redacteur Carola Houtekamer bevat dan wel weer erg veel woorden, dat had best korter gekund en er komen ook tamelijk lange woorden in voor. Foei.
Maar ik vrees dat ook dit stukje weer veel te lang gaat worden, evenals enkele zinnen waaruit het is opgebouwd. Een goed weblog van een minimalist zou zijn: geen weblog hebben. Of anders alleen de onveranderlijke tekst: Ik heb weinig. Ook wel lang, eigenlijk. Nx, dat is misschien een zo minimalistisch mogelijke tekst. Waarmee je in ieder geval een belangrijk minimalistisch doel bereikt: tijd vrij maken voor de werkelijk belangrijke dingen in het leven. Zoals slapen, oud worden, ziek zijn.
Minimalisme is in mijn strenge definitie niet wat Patrick Verhey deed: die digitaliseerde al zijn muziek, boeken en de hele administratie, en zette toen alles bij het grof vuil. Zo kan ik het ook, al zou ik, als minimalist, alleen al erg opzien tegen de vrijwel eindeloze hoeveelheid werk die het inscannen van heel die zooi met zich meebrengt.
Mijn persoonlijk en praktisch noodzakelijk minimalisme hing samen met de wens, lange afstanden te wandelen en daarbij een zo licht mogelijke rugzak te dragen. Daarvoor kopieerde ik de pagina’s van een boek en gooide de blaadjes die ik had gelezen onderweg in de vuilnisbak. Ik had van alle kledingstukken twee exemplaren, een aan en een in de rugzak, ik had één pannetje, één bordje, één mok en één combinatie van mes, vork en lepel, ik had één tentje van twee kilo, één slaapmatje en, relatief zwaar, één slaapzak. Maar dan begint het toch: de camera was natuurlijk overbodig, de routekaarten ook, net als het wind- en regenjack. Je kunt onderweg ook schuilen, indien nodig.
Ik kijk nu even om me heen en bedenk wat er gebeurt als ik ooit zou gaan verhuizen. De gemiddelde Nederlander, lees ik in het stuk van Houtekamer, neemt bij een verhuizing zesduizend kilo mee. Dat wegen alleen al de boeken en grammofoonplaten hier in huis. Ik kom aan zeker tienduizend voorwerpen, die samen minimaal tienduizend kilo wegen. Te veel voor een rugzak, denk ik.
Wat niet wegneemt dat er veel overbodigs bij is. Ik heb een hele Ikea Billy met van overal ter wereld meegebrachte snuisterijen. Wat is er tegen die allemaal nog éénmaal ergens artistiek op te stellen, er een foto van te maken en ze dan weg te doen? Dat kun je ook doen met die vijfduizend boeken. Wat moet een mens met dertig broeken, twintig colbertjasjes en vijftig overhemden? Wat moet ik met zeker honderd borden – gisteren nog zes stuks gekocht omdat ze er zo vrolijk uitzagen en maar vijftig cent per stuk kostten?
Andere vraag: overweeg je serieus alle overbodigs weg te doen? Ik vind het wel nodig, en ook wel heel gestroomlijnd staan, maar ik vrees dat ik eerder nog wat bijkoop dan dat ik iets wegdoe.
Ik zoek gewoon troost bij iemand die een echte minimalist was: Everett Bogue, die nog maar 52 dingen had en toen de website fuckminimalism.com startte.
Je moet ook de positieve kanten zien: dit stukje telt weliswaar 664 woorden, maar er is maar één vierletterwoord bij. En dat is niet eens van mij.
_______