Zaterdagavond had ik gelegenheid eens te peinzen en bedacht toen dat je in Iran moet zijn als je mensen zoekt die de pest gezien hebben aan de bepalingen van de strenge Islam. Ik was op een feestje in een Iraans restaurant in Duitsland dat Robin Hood heet, maar dat komt omdat het in een bos ligt en die naam onder de vorige uitbaters wellicht beter heeft gepast dan nu. Ik denk dat de nieuwe Iraanse uitbaters het zonde vonden om die mooie rooie gotische letters aan de gevel weg te doen.
Ik zeg wel Iraans, maar de mensen zelf zeggen Perzisch: Iran ruikt een beetje naar ayatollah’s, en daar hebben ze dus een bloedhekel aan. Net als trouwens veel mensen in Noord-Afrikaanse landen, die smalend spreken van barbu, baardaap, als ze een mullah zien.
De ayatollah’s zijn tegen zang en dans, en zo te zien zijn Perzen juist enorm voorstanders van eindeloos zingen en dansen, dat lees je ook in boeken die de laatste jaren zijn verschenen: achter de schermen in Teheran is het groot feest.
Dus daar in Duitsland ook. Een Perzische dj draait opzwepende Perzische muziek en doet er af en toe ook iets Keltisch/Iers tussen en wat flamenco – veel verschil is er niet tussen, structuur en ritme lijken veel op elkaar. Zo gauw de muziek begint gaan mannen en vrouwen de dansvloer van Robin Hood op, iedereen heeft de elegante dansschoenen aan, de mannen in gedekt gekleurd kostuum, de vrouwen in het zwart, zwarte kousen, zwarte schoenen met hakjes. Behalve die ene zwangere jonge vrouw die haar dikke buik trots door haar witte strokenjurkje naar voren steekt.
Het is werkelijk een lust voor het oog, zoals iedereen beweegt, lekker soepel maar ook heel sensueel – de mannen beperken zich tot met de armen naast zich gestrekt, als in de sirtaki, voorzichtig draaien en voetje voor voetje voor- en achteruit, de vrouwen bewegen de heupen, dansen meer met elkaar dan met de mannen, na een tijdje zijn alleen de vrouwen over die op de schitterende muziek de armen boven het hoofd heffen en zachtjes kronkelend heen en weer stappen.
En dan is zij er, onmisbaar op een beetje Perzisch feest, de buikdanseres. Het is trouwens een Duitse, Seiya, met lang blond haar. Ze komt op met een enorme kandelaar met brandende kaarsen op het hoofd, een wervelende cape van geplisseerd goudlamé om, die ze even later afwerpt. Onvermoeibaar, ook op stoelen en tafels, ze stopt alleen even als iemand een bankbiljet in haar boezembedekking wil steken. Veel mannen – ook uw ondergetekende – laten die kans niet glippen, en Seiya blijft breed glimlachen en haar kunsten vertonen, zelfs met een rare sabel op het hoofd.
Voor die tijd heeft iedereen gegeten van het buffet – Perzisch eten is erg lekker, al denk je bij elk gerecht: er ontbreekt iets. Ik heb geen idee wat.
Seiya danst nog even met een aantal heren apart en verlaat dan haastig het pand, op weg naar een volgend optreden.
Inmiddels vloeit de wodka martini rijkelijk.
Die Ahmadinejad, die mist toch wat.
_________