Om half negen gisteravond begon op Nederland 1 een geweldig opgezette en met vele technische hoogstandjes opgetuigde uitzending: die ging duidelijk culmineren in de definitieve uitslag van de verkiezingen, maar het bleek een berg die een muis baarde. Want een eigenaardig soort koudwatervrees voor de minieme mogelijkheid dat er met elektronische stemmachines gemanipuleerd zou kunnen worden heeft ons ertoe gebracht dat we gewoon terug zijn gegaan naar de jaren vijftig van de twintigste eeuw en met een stom rood potlood moeten hannesen. En al die papiertjes met de hand geteld moeten worden. Alsof dáár niet mee gemanipuleerd zou kunnen worden. Veel gemakkelijker dan met de computer, waar je tenminste nog enig verstand van moet hebben om het te kunnen doen.
Want op dit moment dat ik dit stukje concipieerde, tegen middernacht op de dag dat de verkiezingen voor Provinciale Staten zijn gehouden, moesten we het doen met de uitslagen van Vlieland, Boxmeer en Kerkrade en nog enig ander klein grut, in totaal achttien kleine en min of meer middelgrote gemeenten.
Niet dat er niks over te zeggen valt. Om te beginnen natuurlijk die definitieve prognose op basis van exitpolls die we om half tien al hadden. In de uitzending op Nederland 1 werd urenlang van die uitslag uitgegaan, gejuicht, gehuild, sip gekeken, plannen gemaakt om het kabinet ofwel mores te leren, of zelfs maar meteen te laten vallen.
Niettemin, de uitslag van Kerkrade stemde mij wel vrolijk, want daar is niet meer of niet minder dan een schandvlek uitgeveegd. De PVV ging daar, in vergelijking met de verkiezingen voor de Tweede Kamer in juni vorig jaar, van een schandelijke 36 naar een toch substantieel minder schandelijke 25 procent van het electoraat. En de geleerden van Nederland 1 hadden ook al uitgevogeld dat de helft van de PVV’ers van juni 2010 inmiddels hun heil ergens anders had gezocht. In mijn eigen woonplaats Landgraaf ging de PVV van 30 naar 24 procent – het CDA bleef er de grootste, en of ik dáár nou zo blij mee moet zijn…
De uitslagen voor de PVV hier in Limburg bevestigen intussen mijn theorie, dat de kiezers van een nieuwe rechtsradicale partij één keer massaal uit het rookcafé komen om te stemmen – en als ze vervolgens niet onmiddellijk na de verkiezingen zien dat er koppen beginnen te rollen, de hoofddoekdraagsters worden gearresteerd en de zwartjes het land uit worden gezet, dan trekken ze zich mokkend terug, in afwachting van de volgende politieke tinnegieter die het probeert. Dat hebben we deze eeuw al drie keer gezien, bij de LPF, bij Verdonk en nu bij de PVV.
Ik word er alleen zo moe van dat we elke drie of vier jaar weer door zo’n nutteloze onzinmanoeuvre heen moeten voor we weer gewoon, zoals Mark Rutte het zo parmantig kan zeggen, orde op zaken kunnen gaan stellen.
Vanmorgen was alles al weer bijna anders. Er zit weinig anders op dan te wachten tot 23 mei, want dan kan het wéér helemaal anders zijn.
______