Tik voor de aardigheid eens de zoekterm Openhaardhout in en je ziet meteen dat dit big business betreft: 101.000 hits, tientallen commerciële websites zijn er en op Marktplaatsachtigen wordt ook het nodige hout aan geboden. De commerciëlen zien er aantrekkelijk uit: keurig gestapelde blokken hout, allemaal precies even lang, verpakt op pallets met een net er omheen, een lust voor het oog.
Maar als je al dat hout voor de deur hebt, dan moet je het pak toch open maken en de inhoud overbrengen naar de plek waar je het wilt bewaren. Allemaal mooi, het is zuiver beuken of eiken, of een mengsel ervan, het hout is ovengedroogd, en dus nog net niet verbrand – en het kost een vermogen, vaak omdat de houthandelaar ergens op Terschelling, in Noordoost Groningen, Cadzand of Heerhugowaard blijkt te huizen en voor die rit naar Zuid-Limburg ook wel iets terug wil krijgen.
Hier is dus een moment aangebroken dat je, als verstokt internetkoper, terug moet vallen naar vroeger eeuwen: je vraagt in je kennissenkring aan eigenaars van allesbranders waar zij hun hout betrekken en je krijgt meteen een stuk of zeven mobiele nummers. (Al je eigen adresjes blijken er inmiddels de brui aan te hebben gegeven.) Allemaal gebeld, zijn kennelijk collectief aan het zagen, hakken of rondrijden met hout, want je moet ze allemaal inspreken.
Van de zeven belt er ééntje terug. Hij heeft hout, hij moet het nog zagen en het moet een jaar liggen voor het een beetje droog zal zijn. Antwoord op de vraag: wat is het voor hout blijft een beetje vaag, hij wil kennelijk de handen vrij houden. Goed, dan maar geïnformeerd naar de twee grootste gevaren: is er dennenhout (knetterhout) bij of populierenhout (klompenhout)? Ja, wel wat populieren, maar geen dennen. Hoeveel populieren? Toch niet alles – dat hout is de schoorsteen uit voor het goed en wel brandt – nee, zegt de man in Klimmen, een klein deel. De rest beuken, berken, kersen, essen, eiken, hij weet wat de doorgewinterde openhaardstoker wil horen. Eind van de maand zal hij bellen, nadat je hebt vernomen dat zijn tarief buitengewoon gunstig afsteekt tegen die van de houtman op Ameland of in Rijsbergen.
Vrijdag belde hij. Zaterdagmorgen tien uur staat de vracht voor de deur. Het is een gesloten bestelbus van een firma die dingen slijpt, achterin ligt een chaotische berg, soms krom, soms te lang maar gelukkig wel van het juiste mengsel. Duidelijk stormhout. Gedrieën hebben we het in een uur in de houtschuur opgestapeld, het is zelfs iets meer dan de bestelde drie kubieke meter.
Ouderwets gevoel: wat er ook gebeurt met gas en elektriciteit de komende winter, kou hoeven we niet te lijden.
_______