Als je geen doorgewinterde Brit bent, dan heb je niet zo gauw de neiging om oeverloos door te ouwehoeren over alles dat groeit en bloeit en altijd weer boeit
(™Dr Fop Y. Brouwer) en dan met name in de eigen tuin.
Maar ik heb geen tuin, het is meer een gaarde. Hoe dan ook, ik heb nog nooit ergens een tuin gezien die leek op die van mij. Nog niet in de verte. En aangezien ik er elke dag in rondloop en elke dag iets nieuws zie, zou ik eigenlijk best een apart weblog kunnen beginnen over mijn gaarde.
Maar ja, ik wil ook al weblogs in het Duits, Engels en Italiaans beginnen, en daarnaast moet ik ook nog werken, echt werken voor de kost, een belangrijk deel van het huishouden bestieren en om de haverklap als een donderslag bij heldere hemel ergens een schroefje, moertje, stangetje of boutje voor zien te vinden, dus die plannen bewaren we maar voor tegen de tijd dat ik dood ben. Die Duitse weblog, dat zou wat zijn, trouwens. Maar ja: da bin ich überfragt, ich muss doch höflichst bitten. Zoiets.
Ik heb me nog wel eens aangeboden als tuinman bij een Brits lid van het Hogerhuis, echt waar, hij woonde ergens in Kent, hij schreef me terug dat ik niet wist wat ik me op de hals haalde en vooral moest doorgaan met stukjes over de tuin schrijven. En daar had hij natuurlijk gelijk in.
Deze week heb ik trouwens een koffiestruik en een palmboom (Trachycarpus fortunei) van een nieuwe pot voorzien, het bekomen van die kunststof maar bedrieglijk op aardewerk lijkende potten met een doorsnee van 80 centimeter had nog een leuk apart stukje kunnen opleveren. Met name de palmboom was lood- en loodzwaar en bijna niet vast te pakken, zodat we met zijn tweeën echt blij waren toen we het ding in de pot hadden – hij staat een beetje scheef maar er is geen beweging meer in te krijgen, dus dat blijft maar zo.
Het opruimen van dood blad en oude bloeiwijzen levert, als elk jaar, een heleboel verrassingen op. Zoals de in bijna tropische weelde bloeiende Helleborussen, allemaal spontaan uit de grond gestegen kinderen van de eigen gaarde, met daarom heen weer bossen zaailingen, de volgende generatie. De tuin, de gaarde, is een echte Helleborustuin, wat weer het nadeel heeft dat er na half juni vrijwel niets meer bloeit. Ja Phloxen, daar moet ik er nog wat meer van hebben, en Japanse anemonen, maar dan is het alweer bijna september en daar wil ik helemaal nog niet aan denken.
Ook veel eetbaars doet zich voor, bossen brandnetels voor de dito soep en natuurlijk en vooral en massaal daslook, die de gaarde al veranderd heeft in een groen tapijt. De paardenbloemen worden dit jaar wéér niet gebleekt tot molsla, maar de zeekool (Crambe maritima) die heeft al een hoed op in de vorm van een omgekeerde bloempot.
En dat is maar een miniem greepje.
Een mals voorjaarsregentje daalt neer over de gaarde. Dat dan weer wel.
________
hhBest
Boek & Film
Laatste reacties