Zou de wereld echt alleen onze tulpenbollen, baggermolens en onze boter, kaas en eieren willen, als we een koloniaal invasielegertje van 545 man naar een desolate streek in Afghanistan sturen waar nog nooit iemand van heeft gehoord – zelfs de inwoners van het gebied zelf niet? Wie is daar ooit over begonnen? Waarom geloven we er niet rotsvast in dat onze tulpenbollen, baggermolens, boter, kaas en eieren niet alleen de beste maar ook de goedkoopste van de wereld zijn, want daar verkoop je ze mee, dat weet ik zelfs nog wel.
Maar nee, Jolande Sap van GroenLinks denkt nu ook al dat het voor Nederland noodzakelijk is mee te blijven draaien in de geopolitiek en dat het socialistisch internationalisme van haar partij echt staat of valt met ‘iets doen tegen Afghanistan’. Zij staat dus op het punt om gewoon akkoord te gaan met hernoeming van het koloniaal invasielegertje tot ‘politionele actie’. Mark Rutte draait daar zijn hand niet voor om. Desnoods wijst hij er op dat de oude socialist Willem Drees dat woordenspel in 1946 ook al speelde, toen het ging om de koloniale heroveringsoorlog tegen de Republiek Indonesië. En Drees is later nog heilig verklaard, toch? Nou dan.
Hoofdzaak is dat GroenLinks zich gewoon laat platlullen. Rutte wil voor dat doel dus best overwegen de normale opleiding van een analfabete Afghaan tot politieman van zes weken te verlengen tot zestien weken – hoe we dat uitwerken, dat zien we wel als we in Kunduz zijn. Ook in die zestien weken waar Jolande, mede gelet op de geopolitieke situatie van Nederland, mee akkoord wil gaan, kun je weliswaar meer aandacht besteden aan het besef van die agenten op het puntje mensenrechten en zo. Maar onveranderd blijft dat die kandidaat politieagenten als van eeuwen her primitieve wilden in het klasje binnen komen.
En gegarandeerd ook na zestien weken niet naar buiten komen en bekeuringen beginnen uit te delen voor te hard je vrouw slaan en voor het leggen van bermbommen.
Intussen zijn de Nederlandse politici aangeland in het afvoerputje van de politiek; een afvoerputje onder de Haagse kaasstolp, als het ware. Het gaat helemaal niet meer over Afghanistan en wat we daar in vredesnaam te zoeken hebben. Het gaat nu om het politieke spel, om het Haags dammen.
En dan zwijg ik nog maar over de vervaarlijke met medailles behangen generaals in blinkend uniform die gewoon in de Tweede Kamer meepraten, in plaats van in de kazerne bevelen af te wachten.
Ik vrees dat ik momenteel op geen enkele partij kan stemmen, als ik vervolgens mijn kinderen nog recht in de ogen wil kunnen kijken.
_______