Zou ik, indien ik op dit moment nog ergens in dienstbetrekking was geweest, over de inhoud daarvan getwitterd hebben?
Omdat ik al ruim elf jaar niet meer in dienstbetrekking ben, moet ik de vraag eigenlijk anders stellen: zou het in, pakweg, 1995, in mijn hoofd zijn opgekomen om een willekeurige greep in het telefoonboek te doen en een aantal mensen telefonisch ervan op de hoogte hebben gesteld dat ik vermoedde dat de hoofdredacteur van de krant waar ik werkte niet goed bij zijn hoofd was? Terwijl dat in werkelijkheid toch het geval was – ik bedoel, niemand die goed bij zijn hoofd is wil toch hoofdredacteur worden van een krant?
Ik zie op Twitter dat veel mensen wel degelijk over hun werk twitteren. Maar dat kan op vele manieren. Zo is er bijvoorbeeld een collega – van de krant waar ik vroeger de kost verdiende – uit wiens tweets ik opmaak dat hij er waanzinnige werktijden op na houdt: ’s morgens vroeg, op zondag, op Eerste Kerstdag, ’s avonds laat, altijd is hij, tussen het bereiden van spaghetti bolognese en het drinken van rode wijn door, bezig met stukken te schrijven voor de krant.
Maar die tweets zullen natuurlijk nooit aanleiding zijn om hem van de zijde van zijn werkgever op non-actief te stellen en/of een twitterverbod op te leggen. Eerder zal het hem bij het eerstvolgende functioneringsgesprek geen windeieren leggen.
Toch merk ik op Twitter dat mensen denken dat ze op die site op een verjaardag van een familielid achter een glaasje vruchtenbowl zitten, met uitsluitend neefjes en nichtjes erbij die aan zijn/haar lippen hangen om te vernemen over wat de oom, die politieagent is, of officier van justitie, of zelfs journalist, allemaal voor spannends meemaakt dat niet in de krant komt. De neefjes en nichtjes vertellen daar nóóit iets van door, omdat ze anders niet meer op de verjaardag mogen komen.
De aanleiding voor dit stukje is natuurlijk het optreden van een politiemevrouw in Drenthe. Zij meldde in een tweet dat twee doden, gevonden in een flat in Meppel, wel slachtoffer van huiselijk geweld zouden zijn. Niet alleen dacht zij blijkbaar dat een tweet niet verder komt dan haar eigen vertrouwde tweeps. Ze maakte ermee duidelijk dat ze niet geschikt is voor haar baan. De instinctieve reactie van een politiefunctionaris is toch om te melden: twee doden gevonden, wij stellen een onderzoek in? Dat soort voorzichtigheid wordt zelfs betracht door journalisten. Behalve die van De Telegraaf, natuurlijk. Daar geldt de regel van Rinus Ferdinandusse: ‘Niemand is gehouden zijn eigen primeur kapot te checken.’
Blijft de vraag: hoe is deze Drentse mevrouw aan de baan van districtschef gekomen? De vraag werd des te prangender toen ik haar portret gisteren op tv zag. Een warhoofd, dat zag je meteen. Daar heb ik geen functioneringsgesprek voor nodig. En al helemaal geen tweets.
PS: Over twitteren en journalistiek gesproken – Volkskrantcolumnist Bert Wagendorp klapt uit de school maar houdt het spannend, zie hier.
_______