Twee ochtenden het AD in de bus gehad, in plaats van nrc.next. Over het AD straks meer, maar weinig goeds; eerst de bezorging.
Het blijkt dus dat de bezorger van nrc.next ook het AD rondbrengt en naar ik aanneem ook de Volkskrant. Weg illusie dat die aardige man, die ik alleen zie als hij de decemberse fooi komt ophalen, iedere morgen om half drie opstaat, uitsluitend om mij de nrc.next te bezorgen, in het afgelegen gehucht waar ik woon en waar de meeste mensen wel kunnen lezen, maar liever geen krant hebben waar iets origineels in staat.
Ik belde met de bezorging om mijn klacht te melden. Het blijft wennen dat je dan tegen een computer moet praten, die je ook nog maar half verstaat. Of alleen maar verstaat wat hij/zij (hij heeft een vrouwenstem) wil horen. ‘Wanneer is de krant niet of niet op tijd of de verkeerde krant bezorgd? ‘Zeven en acht december.’ ‘Wij hebben genoteerd: acht december.’ ‘Helaas heeft de nrc.next geen nabezorging, wij zullen zorgen dat u vanaf morgen de krant weer krijgt.’ (Ik citeer uit het hoofd. Datzelfde hoofd waarmee ik op dat moment dacht: geen nabezorging? WTF? Ik heb ervoor betááld!)
Maar gelukkig dat ik dat niet zei – de computer had trouwens al afgehaakt. Want vanmorgen had ik de nrc.next van heden om half zes in de bus, met daarin gevouwen die van gisteren, waar met grote hanenpoten en drie spelfouten mijn adres op stond geschreven. Toch een vorm van service, mogelijk met het oog op de decemberfooi.
Mooi project in nrc.next, vandaag, haarscherpe analyse van de gasten van Nederlandse tv-talkshows in drie maanden tv: de meeste zijn de iconen van rechts en dat zou helemaal verpletterend zijn geweest als die gekke Geert Wilders niet zou weigeren bij P&W aan te schuiven.
Voor zoiets verrassends hoef je bij het AD niet aan te komen. Eindeloze aantallen pagina’s over die stomme voetballerij, verslagen van rechtszaken die geschreven zijn door verslaggevers die weten dat ze moeten neerhurken bij de lezers, dat die dus als kleine kinderen moeten worden toegesproken. Lezers die voor het overige vooral belangstelling blijken te hebben voor de sterren van film en tv, eerste, tweede en derde categorie, amateurs en aankomende talenten. Verslaggevers die ten eeuwigen dage de mantra van de hoofdredacteur door hun kop horen dreunen: ‘Lekker smeuïg en smakelijk schrijven over kinderen, dieren en royalty, dat vreten de wijven!’ Dat zei althans de man die ik lang als de uitvinder van de journalistiek heb beschouwd, Louis Frequin – ja, inderdaad, de vader van.
Nee, geef mij maar nrc.next. Weliswaar geschreven door die kinderen bij wie je vroeger moest neerhurken, maar met een journalistieke formule die ik zelf heb gedacht. Dezer dagen alweer vijfentwintig jaar geleden.
_______