De laatste keer dat ik hem zag is al een poosje geleden, op de markt in het winkelcentrum. ‘Dag dokter Snijders,’ zei ik beleefd, ‘Hoe is het met u?’ Een beetje verontwaardigd keek hij me aan, niet herkennend en riep, zonder stil te gaan staan: ‘Wat denk je? Ik ben 89 jaar!’ Dat klopte niet, want hij is pas in april jongstleden 89 geworden, maar vooruit, ik doe het zelf ook wel, alvast de eerstkomende verjaardag meerekenen. Dan komt die niet zo hard aan.
En afgelopen maandag is hij overleden.
Léon Snijders was eigenlijk een heel grappige huisarts. Hij had een paar eigenaardigheden, maar als je daar rekening mee hield, dan viel hij best mee. Hij was ook bijzonder omdat hij telg was uit een doktersgeslacht, op het kerkhof in de gemeente is de familie Snijders de enige met een grandioze graftombe, waarin hij intussen is afgedaald, zo blijkt uit de overlijdensadvertentie.
Een van de eigenaardigheden was, dat hij tijdens huisbezoeken direct na binnenkomst placht te roepen: ‘Ja, geen wonder dat jullie ziek worden, met al die kamerplanten. Eruit met die rommel!’ Djamila was minder over hem te spreken omdat hij, toen zij zich bij hem vervoegde met keelpijn, in voorzichtige woorden hintte in de richting van een bepaalde seksuele activiteit, die de keelpijn veroorzaakt zou kunnen hebben. Dertig jaar geleden vond je dat een lullige opmerking, tegenwoordig sleep je een huisarts voor de tuchtrechter na zo’n opmerking. Vroeger was het toch leuker.
De oude Snijders was er dus echt een van de oude stempel. Jaren nadat hij met pensioen was gegaan, kwam ik hem op een feestje in het dorp tegen. Ik vermaakte me toen kostelijk met zijn wetenschappelijke uiteenzetting omtrent het besmet raken van mensen met aids door geslachtsverkeer met apen.
Hij was een dusdanig ouderwetse huisarts dat hij ook niet veel op had met psychiatrische problemen – hij bekeek ze op dezelfde manier als de gemiddelde dorpeling. Zijn zoon, mijn huidige huisarts, vertelde me eens dat zijn vader iemand met een kennelijke psychische aandoening een verwijsbriefje had meegegeven voor een niet nader aangeduide specialist, met als enige aanduiding: ‘SIK’. De assistente van de specialist belde naar de huisartsenpraktijk om te informeren van welk ziektebeeld dit de afkorting kon zijn, waarop Léon Snijders riep: ‘Snap je dat niet? Slag In het Koffer!’ En dat is een uitdrukking die hier in Zuid-Limburg staat voor ‘Van Lotje Getikt’, VLG, dus eigenlijk.
Wij moeten het voortaan doen met het artistiek in lichte kleuren geschilderde portret dat achter zijn zoon in de spreekkamer hangt en meekijkt. Naast dat van Léons vader, een vervaarlijk bruinig schilderij.
Tegenwoordig komt de dorpsarts niet meer zo snel op het idee om zich in olieverf te laten vereeuwigen. Sterker nog: de huisarts staat op het punt op te gaan in een grote, anonieme praktijk waar alle huisartsen uit het dorp samenwerken. Ongetwijfeld aanzienlijk efficiënter. Maar zonder slag in het koffer, vrees ik.
_________