Mijn grote mond ook altijd, met name tegenover lui die een caravan prefereren boven een camper: ‘Dat is het mooie van een camper, die staat altijd klaar voor de deur, je gooit er je boek, wat eten en flessen wijn in, en je bent onderweg, vakantie vanaf de eerste meter.’
Maar dat veronderstelt dan een camper die technisch in orde is. Een camper waar elk boutje, moertje, nippeltje gewoon vastzit en zwijgend zijn werk doet.
Korte inhoud van het voorafgaande. De camper kwam in mei uit de stalling, we gingen er een weekendje mee proefdraaien in Ommen, en daarna moest hij een grote beurt hebben (twee jaar niet gebeurd) en gekeurd worden. Op 6 juli leverde ik hem in bij de garage en helaas heb ik niet goed opgelet op welke dag de receptionist me belde om toestemming te vragen een enorme berg onderdelen te bestellen, zonder welke de keuring niet goed zou aflopen.
Begin vorige week belde ik maar weer eens omdat het angstwekkend stil bleef. ‘Die onderdelen zijn moeilijk te vinden’, meldde Marvin, de receptionist. Maar hij verwachtte wel dat alles op het nippeltje, ik bedoel nippertje, op tijd zou zijn.
In de loop van de week werden de geluiden steeds somberder. De oliekeringen voor de homokinetische koppelingen zouden pas zaterdag komen en op donderdag klonk de onheilspellende boodschap: ‘Als er niks meer afbreekt, dan is de camper zaterdag klaar.’ Als er niks meer afbreekt?
Vrijdag kon Marvin zelfs melden dat als alles goed ging, de camper zelfs vrijdagmiddag klaar zou zijn. Maar het ging niet goed, het ontluchtingsnippeltje aan een van de remklauwen was bij het uitdraaien afgebroken, alleen een gespecialiseerd bedrijf zou daarbij hulp kunnen bieden maar ja, die bedrijven werkten niet op zaterdag.
De baas van de garage gebeld. Gezegd dat de auto zeventien dagen eerder was ingeleverd en dat we zondag wilden vertrekken en wat nu? Hij had zich er al mee bemoeid zei hij, hij zou zien iets te regelen. Om elf uur vrijdagavond belde Marvin: zaterdag zou een serieuze poging worden gedaan.
Zaterdag om elf uur ging ik er maar eens aan. ‘Nee, het is mislukt.’ ‘En wat nu?’ ‘Maandag, misschien.’ Positief nieuws was er ook: ze hádden al een nieuw nippeltje. Gaat het zeker gebeuren, maandag? ‘Ik geef nergens garantie op.’
Als het maandag mislukt treedt een nieuw plan in werking: donderdag kan ik over een huurcamper beschikken. Intussen zijn de kinderen, die maar veertien dagen vrij hebben, met een van onze auto’s naar Italië vertrokken. Ach, Djamila had zich zo voorgesteld onderweg idyllisch met de kinderen te picknicken.
Ik citeer nog even mezelf: ‘Dat is het mooie van een camper, die staat altijd klaar voor de deur, je gooit er je boek en wat eten in, en wat flessen wijn, en je bent onderweg, vakantie vanaf de eerste meter.’
Maar dat veronderstelt medewerking van alle nippeltjes.
Ik heb het vaker gezegd: wandelen, dat is de beste manier van vakantie vieren. Dat gaat namelijk zonder nippeltjes, boutjes en moertjes.
________