Vanavond is het weer eens gebeurd: de aangename tik die je krijgt als je na een paar weken weer eens een pure Campari drinkt. Het drankje blijkt dit jaar honderdvijftig jaar te bestaan, des te meer gelegenheid om er eens over te beginnen.
De echte alcoholgenieters hier te lande halen de neus op voor Campari, maar ik vind het ’t lekkerste doktersdrankje dat er is. Met als merkwaardigste effect dat iedere keer als ik het weer onder de neus krijg leiden de aromatische geur en smaak, gecombineerd met de fel rode kleur tot, wat zal ik zeggen, groot genot.
Wat Campari eigenlijk is, dat hult zich uiteraard in nevelen. Het recept is, zegt men, in de honderdvijftigjarig bestaan, nooit gewijzigd. Het enige dat er echt van valt te zeggen ligt voor de hand: de basis is wijn, aangevuld met alcohol om aan de 25 procent te komen, suiker en kruiden, waarvan ongetwijfeld alsem met zijn bittere smaak deel uitmaakt. Maar de archieven maken melding van twintig tot zestig ingrediënten, dus dan weten we nog niks.
En ik had het kunnen weten. Een jaar of vijftien geleden heb ik in Novara, een plaats in het uiterste Noorden van Italië, een excursie gemaakt naar de fabriek waar Crodino wordt gemaakt, een drankje dat als alcoholbvrij aperitief op de markt wordt gebracht en waarvan de smaak enigszins in de buut komt van die van Campari. Bij het betreden van de fabriek was ik van mening dat het hier iets betrof dat zijn smaak, geur en kleur ontleende aan chemische bestanddelen. Maar de mevrouw die de rondleiding verzorgde bracht me naar een zolder waar tientallen kruiden en andere smaakstoffen uit de gehele wereld lagen opgeslagen en die in een uitgekiende combinatie de smaak van Crodino maken. Helaas kan ik de aantekeningen die ik destijds maakte, niet terugvinden.
Waarom ik op Crodino kom is eenvoudig: Novara is de bakermat van de familie Campari. Crodino is onderdeel van de Camparigroep. In Novara maakt Campari ook enorme hoeveelheden mineraalwater uit een bron waar een straal water van een meter dik uit spuit, met een temperatuur van 38 graden. (En voor zover ik weet is de hele ‘winkel’ onderdeel van de Nederlandse Bolsgroep.)
Dus kort samengevat: aan mij heb je niks, als gewoonlijk.
Nou goed, dan een enkele tip: bestel in Italië nóóit Campari, want dan krijg je de inhoud van een klein flesje die grotendeels uit water bestaat. Vraag om Bitter Campari’ en wijs desnoods de grote fles karakteristieke fles aan die altijd wel ergens achter de bar te vinden is. Drink Campari zoals ik: met ‘solo ghiaccio.’ Met ijs dus, of hoogstens een scheutje mineraalwater, of liever nog een schijfje van een goed rijpe sinaasappel. Ingewikkelde mengsels met andere dranken, enorme scheuten sinaasappelsap, die verpesten het superieure doktersdrankje maar. Nou goed, een scheutje prosecco, dat kan nog net.
Dat kan wel met Crodino: dat maak je definitief alcoholhoudend met een fikse scheut grappa. Ook zeer wel te genieten, mits uiteraard met mate.
Naschrift: over mixen gesproken, let u maar niet op mij. In 1960 vond ik in een bar op Piazza Italia in Maniago de legendarische nonstarter de colappa uit: cola met een scheut grappa. Gisteren, na exact vijftig jaar, opgevolgd door de Bloody Paddy, tomatensap met een scheut Ierse whiskey. Yech.
_____
De foto’s zijn afkomstig van de website www.campari.it
_____