Dat het hier een nationale ramp betrof drong pas tot me door toen ik de fatale combinatie van Theo Verbruggen, Benno Baksteen en J.P. Balkenende op de tv zag. De laatste met dat begrafenisgezicht waar hij zo goed in is, en met zijn zeer verstaanbare ‘Hare Majesteit de Koningin’. Prachtig. Verder merkte ik dat Radio 2 zelfs een aangepast programma uitzond, hoewel ik niet heb gecontroleerd of dat ook meteen de al even fatale combinatie van André Rieu met Eine Kleine Nachtmusik inhield. In De Wereld Draait Door verviel de grappige rubriek 'De tv draait door'. Uit piëteit. Ha!
En helemaal kwam ik op het puntje van mijn stoel terecht toen ik Geert Wilders, ook al met bijpassend huilgezicht, bekend zag maken, mede namens zijn collega-lijsttrekkers, dat het nu tijd was voor nationale eenheid. En de politiek dus, zacht in zichzelf grinnikend, een dag of twee, drie vrij nam, een onverwacht leuk Hemelvaartweekeinde. Het woord zegt het al. Op zulke dagen grijpt een abject affectparasitisme in Nederland om zich heen.
Hou me ten goede: tussen de 58 en 62 dode Nederlanders is niet niks, en ik wil daar meteen ook alles van weten, al weet je meteen óók zeker dat je pas, indien ooit, over een paar maanden wat kunt weten. Lara Westen en Marcel Oosten van Radio 1 willen dat tegen beter weten in óók en interviewen dus de hele dag lui die wel eens in Libië zijn geweest en ook van niks weten.
Indien ooit, zei ik, want in dit geval, het geval van een land onder een krankzinnige dictator, kun je er op rekenen dat de ware toedracht, indien ongunstig uitvallend voor Libië of een van zijn bewoners of instellingen, niet snel bekend zal worden.
Het ging hier immers een vliegtuig van Afriqiyah (accent op de laatste i, potverdikkeme) een maatschappij die persoonlijk eigendom is van dictator Muammar El Ghaddafi, samen met Hugo Chavez de grootste gek na Adolf Hitler die ooit aan het hoofd van een natie heeft gestaan, met dit verschil dat Muammar dat al veertig jaar volhoudt.
Als je ’s mans geschiedenis even nagaat moet het je niks verwonderen als ooit zal blijken dat de Airbus A330 op het moment van het ongeval werd bestuurd door het tienjarige blinde neefje van de Grote Roerganger, omdat die dat zo graag eens wilde. Persoonlijk zou ik dan ook niet gauw in een toestel van de firma stappen, al vloog het nog zo goedkoop. Veel mensen waren al zo verstandig geweest, het toestel vloog meer dan half leeg.
De rampenbestrijding werd, zo te zien, naar origineel Libisch recept ter hand genomen. Ik zag bijvoorbeeld drie mannen innig samenwerken, die de opdracht hadden voorwerpen van ongeveer 13 bij 9 centimeter en ongeveer één centimeter dik te verzamelen – iPods, telefoons, adresboekjes, paspoorten. Ze hadden al een hele stapel. Een andere man had de zwarte dozen gevonden en keek daar diepzinnig naar. De flight data recorder was zo te zien zwaar beschadigd, maar dat deerde de gelukkige vinder niet, hij haalde even zijn wijsvinger over zijn tong en wreef daarmee over een etiket op de recorder. Of hij er veel wijzer van werd, daar kwamen we niet achter.
Intussen verstreek de dag. Het ongeluk werd voortdurend vergeleken met andere ongevallen waar veel Nederlandse slachtoffers bij vielen. Maar niemand noemde het meest voor de hand liggende geval, toch ook het enige uit de recente geschiedenis waar iets Libisch mee was, te weten de vliegramp in Lockerbie in Schotland in december 1988.
Ik wel. Al was het maar doordat de Libische Airbus net als de 747 in Lockerbie in ultrakleine stukjes was versnipperd. Er was ook verschil: in Schotland was de neus van het vliegtuig min of meer heel gebleven, in Libië de staart.
Aan die staart kon je zien dat het een nieuw toestel was: het prijskaartje hing er nog aan, in mooie grote kleurige cijfers.
________