Waarom ging ik eigenlijk kijken in die wat obscure hoek van de werkkamer, de boekenkast waar ‘populair wetenschappelijk’, Tom Wolfe, een bonte verzameling lang geleden gekochte literatuur, politieke boeken, vertaald Spaans en Portugees en een papiersnijmachine staan en liggen? De hele dag had ik al dat zeurende idee: dat je wel veel boeken las, maar dat je de meeste zou kunnen herlezen zonder te merken dat je het al eerder tot je had genomen.
Ik was bijna klaar met ‘Leeftocht’, een wat heterogene verzameling ‘nagelaten stukken’ van Adriaan van Dis, daarin heeft hij het kort over zijn roman ‘Dubbelliefde’. Dat boek staat keurig bij het overige werk van Van Dis, maar wat herinnerde ik me ervan? Gistermorgen begon ik er in te lezen, ik heb het inmiddels half uit, een onthutsend openhartig verhaal over een homo die uit de kast komt maar tegelijk bewijst dat ‘de homo’ niet bestaat, dat hij vooral het resultaat is van een rare opvoeding, gecombineerd met een beschaafd karakter. Eén ding is duidelijk: dit boek had tien jaar ongelezen in de boekenkast gestaan.
Het besluit om het alsnog te gaan lezen hing samen met dat bezoek aan die obscure Billy. Daar vond ik Il Segreto di Ortelia van Andrea Vitali, ook al een boek dat ik gelezen moest hebben. Maar dit kon niet. Dit boek droeg nog de ongeschonden banderol met de tekst ‘Due edizioni in una settmana’, twee drukken in één week. Ik liep naar de kamer waar de Italiaanse boeken bij elkaar staan en verdomd: daar staat het nog een keer, duidelijk wèl gelezen. Ik weet ook meteen hoe dat gekomen is: Andrea Vitali is zo’n schrijver die ik na enige aarzeling heb toegevoegd aan de schrijvers die ik verder wil volgen, met die eigenaardige verhalen over een dorp aan het Comomeer, verhalen die ook in Schin op Geul hadden kunnen spelen of in het Italiaanse dorp waar mijn vader graag van vertelde. Ik had het boek op internet besteld en later ook nog eens in een boekhandel in Italië zien liggen, geaarzeld of ik dat niet al had en het voor zekerheid toch meegenomen. Ik verzamelde Vitali.
Terug naar die obscure boekenkast. Naast het boek van Vitali staan nog zes Italiaanse boeken, waarvan ik er één al veel langer heb, een vermoedelijk wel gelezen – Il soffio della valanga van Santo Piazzese, een schrijver die ik ontdekte in een boekhandel in Palermo; twee boeken van mij onbekende schrijvers en ‘Il barone rampante’ van Italo Calvino. Duidelijk de oogst van een kwartiertje grabbelen op de volbeladen tafels in een goedvoorziene boekhandel. Ze zeggen wel eens dat je op internet gemakkelijker koopt dan in een winkel. Nou, zet mij maar eens neer bij Feltrinelli in Bologna, en laat de pick-uptruck maar voorrijden.
Wacht eens even – Olive comprese van Vitali had ik toch ook al eens gelezen? Waar staat het? Niet te vinden. Ook dat eerste boek van Piazzese, I delitti di Via Medina Sidonia, zie ik zo gauw niet staan.
Maar de vreugde om de verrassing van zes boeken die mijn voorraadje ‘leesvoer’ onverwacht, als een cadeautje, aanvullen, wordt daar niet minder door.
_________
De foto maakte ik in mei 2003. Op deze plank staat een deel van de boeken die ik zelf vertaalde. Ooit.
_________