De familienaam Watanabe komt heel veel voor in Japan (staat op de vijfde plaats van meest voorkomende namen) en Toru Watanabe zou wel eens het equivalent van Jan de Wit kunnen zijn. Dat is geen onbelangrijke constatering na het lezen van Norwegian Wood (Noruwei no mori) van Haruki Murakami (35ste plaats). Dit boek, geschreven in 1988, is buiten Japan het bekendste boek van Murakami, in Japan heeft het de status die Kees de Jongen heeft in Nederland: iedereen heeft het gelezen en het was en is ook een cultboek, waarin de Japanse jeugd beschreven werd als een groep die zich alleen nog voorwaardelijk herkende in de oude Japanse waarden en normen. En Watanabe staat symbool voor die jeugd.
Toru Watanabe, de ikfiguur in het boek, wordt door zijn medestudenten beschouwd als een niet onsympathiek buitenbeentje. Om zich heen heeft hij een aantal vrienden en goede bekenden, niet veel, die allemaal iets eigenaardigs hebben. Zijn vriendin Naoko was ooit de vriendin van Kizuki, Toru was de ‘Dritte im Bunde’. Nadat Kizuki onverklaard zelfmoord heeft gepleegd, wordt Naoko min of meer de vriendin van Toru. Wat ze vooral doen: het maken van tamelijk doelloze treinreizen en wandelingen. Toru vindt het allemaal prima. In het studentenhuis waar Toru woont komen nog een paar opmerkelijke figuren voor, zoals de Storm Trooper en Nagasawa, een jongeman uit een rijke familie die studeert voor de buitenlandse dienst en een zeer eigenaardige kijk of vrouwen en meisjes heeft – misschien wel de onofficiële kijk van de onofficiele gemiddelde Japanse man. Toru vindt dat eigenaardig, maar gaat toch met hem ‘cruisen’.
Naoko raakt depressief, wordt opgenomen in een idyllische kliniek in de bergen waar ze min of meer samenwoont met Reiko, een vrouw van tegen de veertig (de anderen zijn rond de twintig). Opnieuw ontstaat een driehoek: Naoko, Reiko, Toru, die zich voornamelijk per brief ontwikkelt. Intussen komt Toru op de universiteit Midori tegen, een vlotte meid die eigenlijk verkering heeft met een jongen die zij een fascist en een onderkruipsel en een vrouwenhater vindt, maar die ze toch niet de deur wil wijzen, ondanks dat er tussen haar en Toru ook ‘iets’ groeit.
Uiteindelijk pleegt ook Naoko zelfmoord (haar zusje heeft dat jaren daarvoor ook al gedaan), en Reiko zoekt toenadering tot Toru. Ik houd het er op dat Reiko Toru’s grote liefde blijkt te zijn, en dat leid ik af uit het zeer geslaagde geslachtsverkeer tussen de twee. Waarschijnlijk is het dus niet Midori geworden, met haar eeuwige wispelturigheid.
Reiko speelt gitaar en hoewel ook Europese klassieke muziek tot haar repertoire hoort, speelt ze vooral nummers van de Beatles ─ het verhaal speelt zich af in 1969 en 1970 ─ vandaar ook de titel van het boek, en allerlei details in het boek moeten benadrukken dat de Japanse jeugd in die dagen zich helemaal tot de westerse cultuur heeft gewend; Watanabe leest bijvoorbeeld uitsluitend Duitse en Amerikaanse ‘klassieke‘ literatuur, men bedrijft uitbundig ‘vrije seks‘, Midori neemt enkele keren het initiatief om pornobioscopen te bezoeken, een belangrijk deel van het voedsel dat in het gegeten wordt en de drank is westers: aardappelsla, bijvoorbeeld, en Chivas Regal.
Heel Japans (volgens ons stereotype) blijft natuurlijk toch de ikfiguur, Watanabe, die het allemaal stoïcijns ondergaat, hij verwondert zich wel over van alles maar doet er niet veel mee. Alleen de dood van Naoko grijpt hem enorm aan, maar ook dat is na een paar dagen of weken wel over. Voortdufrend word je geconfronteerd met het innerlijk leven van Watanabe, dat puur is en trouw aan zijn geliefde en wat hij er in de praktijk van bakt, dat niet zo trouw en solidair uitvalt ─ ogenschijnlijk lijdt hij niet onder die gespletenheid.
De tekst van Murakami, door Jay Robin in het Engels vertaald, is werkelijk prachtig, sommige passages heb ik met genoegen drie of vier keer gelezen, met name enkele van de absurde conversaties die door zijn lenige taalgebruik toch heel plausibel lijken.
Murakami heeft altijd ontkend dat het boek autobiografisch is, ‘zo spannend is mijn echte leven totaal niet.' Maar Jay Rubin introduceert het woord ‘autobiograficiteit‘ om zijn mening te verwoorden dat dit boek, veel meer dan alle andere boeken van de schrijver, weergeeft hoe het leven voor de jonge Haruki Murakami moet zijn geweest toen hij pas van Kobe naar Tokio was verhuisd.
Engelse vertaling in Vintage Books, Nederlandse uitgegeven bij Atlas.
________
hhBest
Laatste reacties