De verslaggever vroeg zich af wat dan toch wèl de consequenties moesten zijn van de chaos die ontstond op 22 augustus op het strand van Hoek van Holland, culminerend in een politiemacht die dusdanig door het oprukkend geteisem in het nauw was gebracht, dat er niets anders overbleef dan gericht schieten. Wie moest daarvoor boeten? Het was duidelijk dat hij door de redactie van Radio 1 was uitgestuurd met de opdracht: ‘vind iemand die ronduit wil zeggen dat burgemeester Aboutaleb van Rotterdam moet aftreden‘, maar helaas: de geïnterviewde hoogleraar terreurbestrijding (of zoiets) suggereerde wel een eind in de goede richting, maar echt zeggen dat Ahmed het veld moest ruimen, die kaart hield hij nog even voor de borst.
Beiden filosofeerden verder over het interessante onderwerp, ja hoor, de burgemeester had weliswaar om kwart over twaalf ‘s nachts nog gevraagd of hij persoonlijk te plaatse moest gaan, en toen de agenten hadden geroepen: nee joh, je loopt alleen maar in de weg, was hij maar gaan slapen of zoiets. ‘En pas de volgende dag, pas om ácht uur ‘s morgens, ging hij er over vergaderen,‘ zei de verslaggever . ‘Ja,‘ zei de professor, ‘dat is allemaal wel ontoereikend en te laat.'
Iedereen had kunnen weten dat bij dit feest, zo ging de geleerde verder, de hooligans zouden toeslaan. De burgemeester had dus samen met de korpschef moeten zorgen dat er een peloton ME achter de hand gehouden werd. En dat was niet gebeurd, en dus moesten ze toch eigenlijk hangen, vond met name de verslaggever van Radio 1. Toen was ik thuis, en kon de autoradio uit ─ mij in verbijstering achterlatend.
Enigszins daas zat ik te bedenken welke enorme verandering in betekenis die het woord ‘feest‘ tijdens dat ene korte radio-interview had ondergaan. Een feest was vóór het gesprek iets leuks, waar de mensen naar mooie muziek luisterden, elkaar lachend moppen vertelden, op vriendschappelijke wijze een politiek meningsverschil uitdiscussieerden, de polonaise dansten en/of bij de flakkerende open haard, het glas cognac in de hand, over literatuur of film spraken.
Tijdens en na het gesprek was een feest iets dat altijd uit de hand liep, waar men elkaar met kapotte flessen te lijf ging, waar iedereen reikhalzend uitkeek naar het binnentreden van de hooligans, dood en verderf. Hoogtepunt van het feest: het bedreigen van de aanwezige politieagenten met de dood. Een feest bleek ook iets dat achteraf geëvalueerd moest worden en waar iedereen van moest leren, desnoods hardhandig. En met name dat laatste hadden Aboutaleb en Meijboom niet begrepen, terwijl het toch heel normaal en ook goed was dat feesten zo verliepen. Zo goed als dat het geen zin had naar een feest te gaan als je niet dronken en stoned was en van plan volledig los te gaan en je door de ME in elkaar te laten rammen. Die daarvoor dan de bak zou indraaien.
Ik hoor dat in een gemeente als Rotterdam 1700 van die feesten per jaar worden georganiseerd, dus dat gaat wat burgemeesters en korpschefs kosten.
Hier in het dorp wordt elk jaar een groot popfestival gehouden waar zestigduizend mensen op af komen. Er is aardig wat politie op de been, maar de ME is er al tientallen jaren niet aan te pas gekomen en iedereen, het publiek, de omstanders, de politie spreekt er schande van als iemand tijdens dat festival probeert een portemonnee te jatten.
Mag ook helemaal niet.
Mag ik intussen nog wel even informeren: zijn jullie helemaal gek geworden dat je meteen grijpt naar het vaste ritueel: het geteisem maakt er een zootje van en dús moet de burgemeester vertrekken?
___________