Ze zit daar maar op dat sombere paleis in dat donkere bos in Den Haag, kinderen en kleinkinderen hebben ook niet altijd tijd om haar te bezoeken. (‘He bah, moeten we nou alwéér naar oma‘.) Ze heeft zich altijd ver verheven gevoeld boven dat ordinaire gedoe met computers en internet, ze heeft dat, begrijpelijk, ‘iets voor downstairs‘ gevonden.
De buitenwereld dringt vooral tot haar door in de vorm van een parlement dat haar traktement wil verminderen, van media die het bestaan van haar zoon als troonopvolger systematisch onmogelijk proberen te maken en Thom Hofman die Claus probeert te spelen.
En overal ziet ze aanslagen ─ niet alleen op de paus, op die Italiaanse meneer Berlusconi, maar dus ook op haar zelf. Waarom moet dat toch allemaal? ‘Weten wij nog wie onze naaste is?' vroeg ze zich dan ook af in haar Kerstboodschap. ‘Wij blijven aangewezen op een samenleving waarin de mensen oog hebben voor elkaar.' En daar voldoet de huidige samenleving niet aan, gezien vanuit Huis ten Bosch.
Ik kan me dat wel voorstellen, hoor. Ze is van mijn leeftijd, en veel van onze leeftijdgenoten vinden dat de wereld op weg is naar de ondergang, nu ze steeds minder begrijpen van wat er gebeurt. Feestboek, wat zou dat kunnen zijn? Het kan toch niet altijd feest zijn. En Twitter, dat heeft ze opgezocht in het woordenboek, dat betekent ‘kwetteren‘. Maar kwetteren kan toch niet in de plaats komen van normale omgang tussen mensen?
‘Buren kennen elkaar soms niet meer,‘ zei ze ─ neem het haar eens kwalijk, ze hééft helemaal geen buren, nooit gehad ook, ze kent alleen maar personeel en onderdanen. Maar dáár heb ik geen medelijden mee, ze doet alles uit vrije wil en ze is ook niet geïnteresseerd in normaal contact met mensen, zij is immers de majesteit? (Hoe bestaat het, dat je dat van jezelf kunt vinden: ‘ik ben de majesteit‘).
Natuurlijk kunnen we makkelijk zonder internet en sociale netwerken. Maar niettemin zal menigeen die de nieuwe communicatiemiddelen heeft leren gebruiken tegenwerpen dat Facebook, Twitter, LinkedIn en wat er nog meer is, óók gezorgd heeft voor nieuwe contacten, nieuwe mogelijkheden, nieuwe creativiteit.
En intussen zijn er om de haverklap nieuwe dingen die zonder internet ondenkbaar zouden zijn, van massale popconcerten tot de leukste van allemaal, de flashmobs. De wereld is echt een groot dorp geworden waar natuurlijk de bandieten, de gekken en de zonderlingen niet ontbreken en misschien wel een grotere rol spelen dan vroeger, maar waar iedereen de buurman is van iedereen. Intussen heb ik de indruk dat het burencontact, dat vaak voor een deel via internet verloopt, intensiever is dan ooit. Al blijven er natuurlijk wijken en buurten waar de mensen elkaar niet kennen of willen kennen ─ vooral villawijken waar de mensen wonen van wie een klein aantal door onze majesteit nog als haar ‘vrienden‘ worden beschouwd.
Maar probeer je dát maar eens voor te stellen als je daar in je eentje in dat sombere paleis zit met wat knipmessend personeel, in je zelfgekozen isolement. Ik zou in ieder geval heel afgunstig worden op al die mensen die gezellig met elkaar kwebbelen in de digitale kroeg.
_________