Dit wordt een lofzang op Angelique. Tenminste, ik denk dat ze Angelique heet, de knappe jonge vrouw die altijd aan het eind van haar dienst bij TNT Post bij ons aanbelt om weer eens iets af te leveren dat we in een internetwinkel hebben besteld. Als ik een eindje terugdenk gaat het enigszins beschamend lijken, ze bracht al een complete set tuinmeubels, een flatscreen-tv, desktop- en laptopcomputers, eindeloze pakken boeken, cd‘s en dvd‘s, en natuurlijk wijn, wijn en nog eens wijn uit allerlei windstreken. En dan vergeet ik vast nog het een en ander.
Ook andere bezorgers komen wel aan de deur, maar dat zijn altijd ándere. De meest indrukwekkende is de man die met de enorme bus van DPD helemaal uit München is gekomen (er staat althans een M op zijn kenteken) het minst de mevrouw die heel af en toe iets brengt en dat opvist uit de kofferbak van haar zeer overjarige personenauto van een reeds lang verdwenen Japans merk.
Maar twee zijn er constant: de oudere man met de witte oordopjes en altijd een stompje sigaar tussen de tanden die de rol van buurtpostbode speelt (de brieven ruiken een beetje naar het sigaartje) en dan dus Angelique.
Het is al zo ver dat Angelique zwaait van achter het stuur van haar busje, waarmee ze de hele dag haastig door het dorp stormt: ha, een vaste klant!
De lofzang betreft niet zozeer de punctualiteit waarmee Angelique (we noemen haar stiekem onder elkaar wel eens Angie) want ze brengt onze bestelling vrijwel altijd aan het einde van haar ronde ─ daarna gaat ze naar huis, heeft ze wel eens desgevraagd bevestigd. In de Sinterklaas- en Kersttijd wordt het soms een latertje voor haar, ze heeft al eens om negen uur ‘s avonds aangebeld, maar vindt dan toch altijd een willig oor onzerzijds. Ik hoop intussen dat ze dubbel betaald wordt voor al die overuren.
Waar de lofzang vooral over moet gaan is de eeuwig opgewekte stemming waarin Angelique verkeert, niet dat norsige humeur dat we vroeger zo vreesden van vrachtrijders uit Schiermonnikoog die kritisch stonden tegenover het helemaal in de onderste rand van Zuid-Limburg bezorgen van een pakje ter grootte van een tennisbal, of een halfvolwassen palmboom in pot.
Nee, altijd een blije glimlach, alsof ze het pakje geheel vrijwillig uit eigen zak bekostigt omdat ze ons zo aardig vindt. Pakje niet goed? Angelique neemt het welgemoed weer mee, ik weet zeker dat ze het tot morgen zo lang onder haar bedje legt.
En altijd heeft ze een vriendelijk woord aangaande haar opvatting op welke wijze het al aangebroken weekend het beste voor ons zou kunnen verlopen.
Wij roepen haar dan na (want ze heeft, als gezegd, altijd haast) dat wij haar exact hetzelfde wensen en rennen dan weer naar de computer om weer iets te bestellen, natuurlijk.
________