Kennelijk zit er een uiterste houdbaarheidsdatum op je verzoek om niet meer gebeld te worden met allerlei aanbiedingen, want de laatste dagen is het weer vaak raak.
Gisteren stond het breeduit in de krant: veel van die groene stroom die de energiemaatschappijen ons, voornamelijk via die telefoontjes maar ook heel agressief aan de voordeur, hebben aangesmeerd blijkt hele gewone stroom te zijn, niet groen, niet rood, niet grijs, maar van een onbekende kleur. Ik heb nog nooit stroom gezíen, jullie wel? Nou dan.
Ik heb dat soort argumenten steevast gebruikt om aanbiedingen af te wimpelen, ik vond mezelf altijd een geweldige held die die grote maatschappijen eens flink de waarheid had gezegd. Zonder te weten hoe dicht ik bij de waarheid was, bazuinde ik op verjaardagen en bruiloften uit, dat die groene stroom pure nep was, zoiets als de nieuwe kleren van de keizer.
Maar sinds ik iemand in de familie heb die overwogen heeft bij een callcenter te gaan werken waar stroom en gas verkocht wordt, kijk ik er toch een beetje anders tegenaan. Hij was, opmerkelijk genoeg, nogal enthousiast over wat daar allemaal geboden werd. Om me maar meteen te beperken tot de inkomsten: je kreeg een basisbeloning van vier (4!) euro per uur; voor elk verkocht contract kreeg je daar bovenop nog eens vier (4!) euro extra. Op die manier kon je gemakkelijk aan een bruto inkomen per maand van zevenhonderd euro komen, voor een dertigurige werkweek. Dat betekende dus 55 contracten afsluiten voor de levering van (groene) stroom en gas. En hongerlijden.
Sinds de berichten over de fraude van de energiemaatschappijen zegt natuurlijk iedereen ‘nee’ tegen de bellers van het callcenter – intussen blijken de firma’s – over de ruggen van die armoedzaaiers aan de telefoon – zomaar 280 miljoen achterstallige belasting te kunnen betalen en worden ze niet vervolgd. Arme medewerkers van het callcenter.
Ze proberen het nog wel. Ik kreeg vorige week een heel aardig klinkende jongen aan de telefoon die blééf vasthouden, dat het maatschappelijk verantwoord was, dat ik in feite ‘goed bezig’ zou zijn als ik zo’n contract afsloot en ik moest alsmaar denken: ik gun je die vier euro wel, maar ik wil geen contract. Even overwoog ik hem zijn gironummer te vragen, maar ook daar bood ik weer stand aan. Met de lamme smoes: waar begin je aan?
Gisteren een mevrouw met een zwaar Surinaams accent aan de lijn, die me een hypotheek probeerde te verkopen. Het argument dat ik boven de 65 ben, geldt ineens niet meer. Moeite zat om haar af te poeieren. Ik suste mijn sociale gevoel met de gedachte: Jaja, wij zitten hier in de kou, en jij zit lekker in Paramaribo.
______________________
hhBest