‘Zo Marleen, niet verder gekomen dan de vijfde plaats.’
‘Ja, ik baal enorm.’
‘Hoe kan zoiets toch? Helemaal naar Peking gevlogen voor goud, en dan dit.’
‘Ja, ik zit geweldig te balen.’
‘Waar ging het fout?’
‘Nou eigenlijk al op de honderd meter. Toen ging het echt fout. Ik had ook een fout gemaakt. Dat is natuurlijk fout. Op de Olympische Spelen mag je geen fouten maken.’
‘Maar daar had je toch van kunnen leren?’
‘Ja, dat wel.’
‘En dan word je maar vijfde.’
‘Daar baal ik juist van. Dit was mijn race, mijn zwemwater, mijn afstand, ik heb perfect gezwommen.’
‘En dan dus toch maar vijfde.’
‘Daar baal ik juist zo van.’
‘Dat betekent, als je het goed bekijkt, dat er vier sneller waren dan jij.’
‘Ja, zo zou je het ook kunnen bekijken.’
‘Dat is nogal wat, vier. Dat betekent dat je met lege handen naar huis kunt.’
‘Dat betekent het inderdaad.’
‘En de volgende Olympische Spelen zijn pas over vier jaar.’
‘Ja, vier jaar. Dat is een hele tijd. Daar baal ik ook alweer een beetje van.’
‘Er klopte iets niet in je voorbereiding.’
‘Ik heb enorm getraind, alles zat goed, ik dacht echt dat het er in zat. En dan dit.’
‘Wordt het niet eens tijd dat je je emoties de vrije loop laat?’
‘Boehoehoe.’
Sportjournalistiek anno 2008. Ben ik even blij dat ik tegenwoordig de huis-aan-huisjournalistiek bedrijf.
Enig lichtpuntje: ik heb weliswaar per ongeluk de radio laten aanstaan, maar het levert wel een mooi schrijnend doorkijkje in de sportwereld op.
_________________