Vanmorgen in bed met Djamila liggen turven – turven is een van de leukste dingen in bed, maar dat wisten jullie natuurlijk al – hoeveel keer wij eigenlijk wild gekampeerd hebben. Ik herinner me goed de eerste keer: in augustus 1990, aan de noordkust van Zuid-Wales, na de eerste etappe van de wandeling die ons langs het Pembrokeshire Coast Path, ter plaatse beter bekend als Llwybr Arfordir. De bijgaande foto is het bewijs. Vele kilometers in de omtrek geen huis of weg te bekennen.
Een keer of vijftien, schat ik, met die tentjes nog een keer in een afgelegen uithoek van een Italiaans gebergte, enkele keren op camperplaatsen in Italië, op dorpspleintjes in Frankrijk, in straten in Den Haag en Amsterdam. Maar vooral bij tankstations in Duitsland en Zwitserland. Je zet de camper in het felle licht van het station, maar zo dat lui die willen tanken er nog door kunnen. Ramen verduisteren en slapen. Tussen de vrachtwagens kan ook, al maken veel daarvan lawaai, wegens koeling en dergelijke.
In de vakbladen lees ik dat ‘echte’ kampeerders de neus optrekken voor campings. Camperaars al helemaal. Ik schat dat per jaar miljoenen nachten wild kamperend worden doorgebracht, in Europa alleen al.
Maar hoe dom kun je daarbij zijn? Twee Nederlanders die vorig jaar of het jaar daarvoor in Nieuw-Zeeland werden overvallen en beroofd, stonden op een eenzame parkeerplaats waar een groot bord bij stond: ‘Hier niet kamperen, gevaar voor overvallen’. En het tweetal dat afgelopen weekeinde slachtoffer werd van een roofoverval in de buurt van Rome – je moet die mensen niet hard vallen, natuurlijk, je kent niet alle omstandigheden, en die twee schaapherders moeten zeer streng gestraft worden – maar erg slim was het niet om juist daar te gaan kamperen.
Ik ken de omgeving een beetje. ze bevonden zich aan de rand van de Romeinse luchthaven Fiumicino, in een plaatsje genaamd Ponte Galeria. In de omgeving is een grote autosloperij, liggen enkele keurige olijfgaarden en wat kleinere dorpjes, industrieterreinen, de autoweg van Rome naar de luchthaven en veel braakliggend land met verlaten boerderijen. In Ponte Galeria is een metrohalte en een treinstation. Op ongeveer 20 kilometer ligt de camping van Lido di Ostia. Van Ponte Galeria kun je bijvoorbeeld met de bus of de taxi naar Fiumicino en, neem ik aan, ook naar het Lido. Wat je je ook moet realiseren: de periferie van alle grote steden van de wereld, ook in Europa, is gewoon gevaarlijk, zelfs wanneer je daar met een afgesloten auto doorheen rijdt. En al helemaal als er een internationale luchthaven in de buurt is. Het wemelt daar van de zakkenrollers, illegale taxirunners en ander gespuis.
De burgemeester van Rome, Allemano, heeft gisteren gezegd dat hij vindt dat de twee Nederlanders die daar in het weekeinde overvallen werden, wel heel erg onvoorzichtig zijn geweest in dat ‘door god en de mensen verlaten’ gebied. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat deze Berlusconi-burgemeester de zaak vooral zou hebben aangegrepen om te keer te gaan tegen de illegale buitenlanders in en rond Rome.
Maar helemaal onbegrijpelijk is zijn uitval niet. Als je echt iets oerstoms wilt doen, dan moet je je tentje opslaan in de buurt van Ponte Galeria.
Intussen prefereer ik een veilige camping. Een overval met deze gevolgen komt hoogst zelden voor, maar het zal je maar gebeuren.
________________
Hieronder een kaartje van het gebied waar de overval plaats vond. Rome ligt rechts boven, niet op de kaart. De bovenste rode stip staat in het centrum van Ponte Galeria, de linkse stip bij de ingang van de luchthaven Fiumicino en de onderste bij de Camping op het Lido di Ostia.