Als minister Jacqueline Cramer het veld moet ruimen omdat iemand haar (fout gespelde) naam heeft gezet onder een advertentie in de Volkskrant van 1968, dan weten we zeker dat we definitief zijn aangeland in het rechts-reactionair revanchistisch tijdperk. Wie had dat ooit gedacht.
Een gewaardeerde reageerder op dit weblog stuurde me behulpzaam een mooie knipselkrant waarin op een rijtje wordt gezet, wat voor subsidies het ministerie van mevrouw Cramer allemaal geeft, om het milieubewustzijn van de bevolking te vergroten. Daar zijn enkele dingen bij die nogal absurd overkomen. Het illustreert vooral hoe slecht het kennelijk gesteld is met de kennis van de gemiddelde burger aangaande het leefmilieu in Nederland en de rest van de wereld. Zelfs kinderen die in de jaren tachtig en negentig op de basisschool en later geconfronteerd zijn met de gevolgen voor het milieu door menselijke activiteit, willen gewoon naar Australië kunnen vliegen en een dikke auto onder de kont, en meubels van zo goedkoop mogelijk en desnoods ‘fout’ tropisch hout.
Het leefmilieu, ik heb dat al vaker betoogd op deze pagina, is niet een kwestie van ‘ik doe er wat mee, of ik doe er niks mee, dat is hetzelfde’. De milieuproblemen gaan ook niet vanzelf weg als we de subsidies aan de meest uiteenlopende discussieclubs en actiegroepen stopzetten. Hoogstens kun je voldaan constateren dat DAARNA het afbreken van wat nog rest van het leefmilieu geheel gratis en ongehinderd kan doorgaan.
Even terzijde: de gewaardeerde reageerder benadrukt dat de genoemde subsidies bekostigd worden door de belastingbetaler, bijvoorbeeld door hem. Op zich geen verrassende constatering. Maar dat is geen diskwalificatie van die subsidies: in een democratisch land zijn die door de meerderheid goedgekeurd. In de jaren zestig en zeventig heb ik op het betaalformulier waarmee ik de belasting afdroeg steevast geschreven: ‘Als jullie er maar geen tanks en raketten voor kopen!’ Maar dat deed men toentertijd toch, gewoon omdat dat democratisch besloten was. Hans Teeuwen zou zeggen: ‘Kun je leuk vinden, kun je niet leuk vinden: tis zo.’
Door die actie ben ik nog geen linkse terrorist. Maar er is wel degelijk erger. Ik heb in augustus 1972 een dag gestaakt toen mijn krant overgenomen dreigde te worden (en later ook werd) door De Telegraaf. Die krant voert niet toevallig momenteel de hetze aan tegen Cramer, Duyvendak, Van Poelgeest en andere linkse terroristen.
Nog erger: ik heb in november 1983 meegelopen in de kruisrakettendemonstratie in Den Haag. Achter het raam van het Torentje zat Lubbers, en deze superdemocraat vond: u doet maar, wij trekken ons daar niets van aan.
En het allerergste: ik heb, toen ik op Koninginnedag 1970 toevallig in Amsterdam moest zijn voor een interview, me spontaan aangesloten bij de demonstratie op de Dam die op dat moment door de politie met gummiknuppels uit elkaar werd geslagen, inclusief vrouwen en kinderen. Ik merkte toen: de politieknuppel politiseert inderdaad. Voor ik het wist scandeerde ik mee ‘Dit is het begin, wij gaan door met de strijd!’
Misschien moeten we dat maar weer doen, vóór de zwart- en bruinhemden de macht grijpen.
_________________
hhBest