Jullie denken natuurlijk allemaal dat ik de hele dag venijnige dingetjes zit uit te zoeken zodat ik zo onbeleefd mogelijk uit de hoek kan komen. Geef het maar rustig toe, ik heb jullie in de gaten.
Terwijl ik eigenlijk alleen maar bezig ben met de bloemetjes en de bijtjes.
Daarvan vandaag maar eens een concreet voorbeeld. De Appels.
Ik wend me nu even tot de jongelui: appels, mijn dames en heren, dan zijn de vruchten van de appelboom. Sommige mensen, vooral die van boven de vijftig, eten die dingen nog wel eens, hoewel het een hele mond vol is, er geen prik in zit, niet zoet, zout of vet is. Een appel is een beetje rins, maar dat is een woord dat jullie natuurlijk niet kennen. Je moet er ook tamelijk hard op bijten en binnenin zit een vrij hard klokhuis vol venijnige pitten. De appelmoes, en dan met name die welke steevast geserveerd wordt op een doorbakken biefstuk bij Van der Valk, wordt ook van appels gemaakt.
Nou goed, dan kennen jullie de Gouden Liesjes. Die zijn alleen maar toegelaten omdat ze drie jaar na de pluk nog net zo smaken als bij de pluk: naar niks.
Maar sterappeltjes, notarisappels en bellefleuren, die kennen jullie niet, dat weet ik zeker. Ik heb ze als werkstudent nog wel geplukt in de buurt van Nijmegen. En daar staan nu ook alweer bijna vijftig jaar lelijke flats, dus wat wil je.
Gelukkig is er de maand augustus, ik kijk er reikhalzend naar uit. Meestal komt de markt er als eerste mee: Summerred, een mooi rood appeltje met knapperig, sappig, enigszins zoet vruchtvlees – maar het gaat mij om de kleur van dat vlees: zo blank als een rasechte Engelse meid met rood haar die voor altijd uit de zon wordt gehouden.
Daarna volgen al snel Delbar en Delcorf; die zijn er in grote en kleine, zoete en minder zoete variëteiten, maar ze hebben allemaal één belangrijk kenmerk: ze zijn heel knapperig maar absoluut niet hard, heel rins van smaak en het sap druipt langs je kin. Ik eet er, nu het seizoen is, twee à drie per dag van.
Als snoepje is er dan ineens Benoni. Wat donkerder van kleur, ook nog iets zachter, met iets geheimzinnigs in de smaak, als van een oosterse specerij. Ik zie ze niet altijd, maar deze week had ik ze te pakken.
Nog mooier: geen van die zomerappels kost iets, je hebt drie kilo voor twee euro – dat komt omdat ze niet lang houdbaar zijn en na enkele dagen melig worden en oneetbaar. Dat hebben de Gouden Liesjes dan weer voor op de zomerappels.
Nog een weekje, dan zit het er weer op en moeten we het doen met JonaGold, de Liesjes en niet te vergeten de Elstar. Brrr.
O nee. Met Kerstmis zijn er ineens sterappeltjes. Ook heel lekker. Veel mensen denken dat het decoratiemateriaal is voor in de kerstboom.
_______________