Bij de verkiezingen van mei 1946 haalde de Communistische Partij Nederland (CPN) tien zetels. Dat waren er zeven meer dan in 1937, en omdat de Tweede Kamer toen nog maar 75 zetels telde moet je voor vergelijking dat aantal verdubbelen: twintig, respectievelijk zes. De vergelijking dringt zich op, en valt dan meteen door de mand: de leider van de CPN was toen Paul de Groot, een akelig ventje, tevens willoze vazal van Moskou; tussen de beide verkiezingen lag de gehele Tweede Wereldoorlog; en Marcus Bakker kwam pas in 1963 als fractievoorzitter in de schijnwerpers terecht, toen de CPN alweer gereduceerd was tot een splinter die uiteindelijk zou opgaan in GroenLinks.
Marcus Bakker was een man met een gebeeldhouwde kop en een sonore stem die in de Tweede Kamer op handen werd gedragen, met name omdat hij volkomen machteloos was. Hij ging op schier paranoïde wijze te keer tegen Amerika, Duitsland en de NATO, en hij deed dat in gloedvolle betogen. Hij zag overal CIA-spionnen en ‘renegaten’. Hoe hij aan de interruptiemicrofoon was, staat me niet meer helder voor ogen, maar Bakker wist wel, dat je nooit ‘effe dimme’ tegen de voorzitter mocht zeggen.
De Socialistische Partij leidde in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw een kwijnend bestaan als subsplinter naast andere linkse partijtjes die vooral gedreven werden door wereldvreemde idealisten en natuurvorsers. Ik herinner me dat in het ziekenhuis waar Djamila toen werkte iemand haar het lidmaatschap van de SP aanbeval – toen ik het hoorde, dacht ik: prima, als je er maar geen ruchtbaarheid aan geeft. Kan niet goed zijn voor je carrière.
Pas toen Jan Marijnissen, die duidelijk rechtstreeks afstamde van de gevierde Marcus Bakker, het voor het zeggen kreeg in de SP, ging het de partij voor de wind. Het kwam niet alleen door Jan, natuurlijk: de verdienste van Jan was dat hij kans zag de ontevredenheid van verwende kinderen die zich van het Nederlandse volk meester maakte in de jaren negentig, naar zich toe te kanaliseren.
Dat bereikte zijn hoogtepunt in 2006, toen de SP 25 zetels haalde, zelfs iets meer dan de CPN in 1946, precies zestig jaar eerder. Sindsdien gaat het bergafwaarts met de partij. Toen het goed ging had Marijnissen ook al ernstige gezondheidsklachten, maar er was geen denken aan dat hij zou aftreden. Nu het SP-electoraat wegloopt naar Rita Verdonk, kan de sterke man van de SP rustig naar Oss terug. Gisteren hoorde ik op de radio iemand roepen dat ‘al die politici betaalde criminelen’ zijn, en zo is het maar net, maar dat geluid hoor ik liever bij een partij met rechts-autoritaire trekjes dan bij een ‘linkse’ partij, die de SP nooit echt is geworden. DE SP is een éénmanspartij met 25 zetels.
Ik heb wel eens gezegd dat wanneer de SP aan de macht zou komen, het Politburo Jan Marijnissen aan de kant zou schuiven zodat de radenrepubliek van boeren, arbeiders en soldaten eindelijk gesticht zou kunnen worden. Jan schuift zichzelf nu aan de kant maar helaas kan ik in Agnes Kant, hoezeer ik het haar ook zou gunnen, niet de nieuwe Stalin zien. Wie volgde Marcus Bakker trouwens op, in de CPN? Ach gut, Ina Brouwer.
Intussen zou een dreigende partij op links de meer tot afschaffing van de democratie en verrijking van de rijken en verarming van de armen geneigde rechtse politici scherp en bij de les kunnen houden.
Een tip voor de SP: Marcus leeft nog, al is hij 85 jaar.
________________
Bij het plaatje: toevallig had de website van de SP-krant De Tribune gisteren een gastcolumn van Marcus Bakker (klik hier) -- hij blijkt geen lid van de SP, maar daar is natuurlijk wat aan te doen. Hij lijkt em ook nog redelijk gezond.