Zeker weet ik het niet, maar ik meen dat ik Casablanca deze week voor het eerst helemaal heb gezien. Typisch zo’n film van zestig jaar geleden: veel dialoog, een klein beetje actie die evengoed achterwege had kunnen blijven, de werkelijke plot moet je maar zien te begrijpen uit de slotscènes.
Rick Blaine (Humphrey Bogart) is een Amerikaan, die in 1940 moet vluchten uit Parijs – waarom wordt niet echt plausibel gemaakt – als de Duitsers daar binnen vallen. Hij heeft zich in korte tijd opgewerkt tot de eigenaar van een populaire nachtclub, Rick’s Café, in Casablanca in Marokko.
Victor Laszlo, die wegens (Tsjechisch) verzet tegen de Duitsers in een concentratiekamp terecht is gekomen, weet daar uit te ontsnappen en terug te gaan naar zijn echtgenote, Ilsa Lund (Ingrid Bergman) in Parijs. Zij dacht dat hij inmiddels gedood was, maar op de dag dat zij verliefd wordt op Blaine, en afspreekt met hem te vluchten, duikt hij weer op en uit loyaliteit met, en bewondering voor hem blijft ze bij Laszlo, hoewel ze niet erg van hem houdt.
Ze zorgt er wel voor dat ze samen in Casablanca terecht komen en bij het begin van de film betreden zij Rick’s Café. Hoe Lund weet dat ze Rick daar kan vinden wordt ons niet medegedeeld.
In het café speelt een zwarte pianist, Sam, die samen met Rick naar Marokko is gereisd en Ilsa vraagt hem te spelen ‘A Kiss is Just a Kiss’. Dat was de song van haar en Rick, zullen we maar zeggen. Rick hoort het en begrijpt dat Ilsa in de zaak moet zijn.
Er ontspint zich een ingewikkelde geschiedenis waarin afwisselend snoeihard (maar hoffelijk) en cynisch onderhandeld wordt over twee uitreisvisa die per ongeluk bij Rick terecht zijn gekomen, en waarin zich koddige scènes afspelen rond de plaatselijke enigszins nichterige politieprefect Renault en een Duitse officier die op zoek is naar Laszlo. Op een gegeven moment waan je je zelfs in het café uit de Britse tv-serie ‘Allo Allo’ – ineens dringt het tot je door dat die serie geïnspireerd moet zijn door Casablanca.
En inderdaad, Rick zegt niet ‘Play it again, Sam’, tegen de pianist, maar wel zoiets want de situatie ontwikkelt zich dusdanig dat Rick de song inderdaad wil horen. Inmiddels zijn we er ook achter dat de uitdrukking ‘the usual suspects’ ook ingang heeft gevonden via deze film.
Hoe de film in 1942 (en in 1947, toen de film voor het eerst in Nederland te zien was) viel bij het publiek, dat valt absoluut niet meer te peilen. Wij genieten van sublieme zwartwitfotografie, de onmiskenbare hardgekookte stem van Bogart; de camera die aait en streelt over het gezicht en de gestalte van Ingrid Bergman, die voluit lijdt aan de onmogelijke keus tussen Victor en Rick. De rol van Rick is die van de man die door de oorlog alle illusies heeft verloren en hij handelt daar ook naar. Aan Ilsa wordt weinig gevraagd. Het is tenslotte 1942 en van de vrouw wordt niet verwacht dat ze zelfs ook een stem in het kapittel zou willen. Zij wordt slechts geleid door gevoelens, en gevoelens zijn niet erg betrouwbaar, als het op beslissen aankomt.
Laszlo en Lund, in bezit van geldige visa, vertrekken per vliegtuig in dichte mist naar Lissabon. En Rick wandelt weg met de politieprefect, met wie hij het best kan vinden. Hij zegt dan ook: ‘I think this is the beginning of a beautiful friendship.’ Brokeback Mountain avant la lettre?
_________________
De plaatjes zijn afkomstig van de onvolprezen filmdatabase www.imdb.com. Van boven naar beneden: the usual suspects, alle met hoofddeksel. Het 'bruidspaar' (Rick en Ilsa) 66 jaar geleden. Don't play it again, Sam, en een van de vele affiches voor Casablanca.