‘Leid ons op het rechte pad, het pad dergenen aan wie Gij gunsten hebt geschonken – niet dat van hen, op wie toorn is neergedaald, noch dat der dwalenden.’ Dat is een van de eerste zinnen van de Nederlandse koranvertaling die ik toevallig in huis heb. Van Ahmadiyya-huize, schijn je daar aan toe te moeten voegen.
Een (wetenschappelijke) Engelse vertaling begint met: ‘Wanneer de aarde schudt in haar laatste stuiptrekkingen; als de Aarde haar last afschudt en de mens vraagt: ‘Wat heeft dit te betekenen?’— op die dag zal zij haar boodschap verkondigen, want uw Heer zal haar geïnspireerd hebben.’
Ik wil maar zeggen dat er meer korans zijn dan die ene ware, en dat ik alleen al daarom niet zal overgaan tot aanschaf van de koran van Kader Abdolah, en dat niet alleen om die waanzinnige Jansen & Jansensnor, maar omdat ik denk dat ik niet aan de gang kan blijven, ook al krijg ik korting. Een andere reden is dat ik Kaders Nederlands uit zijn columns nogal onbeholpen vind – maar het schijnt iets met poëzie te maken te hebben en daar heb ik gelukkig geen verstand van.
Kortom, Amsterdamse politiemannen kunnen Kaders vertaling met korting kopen, zodat ze, uiteraard na lezing – het is wel een heilig boek maar het klimt niet vanzelf in je hoofd – beter begrip hebben voor de straatschoffies op islamitische grondslag waar ze dagelijks mee te maken schijnen te hebben. Ik vrees dat bij menig agent die in overweging neemt het boek aan te schaffen de gedachte opkomt: maar ik heb al een boek! En gelijk heeft hij: het boek is een achterhaald medium, radio, tv en internet zijn er geheel voor in de plaats gekomen en als je iets van de koran wilt weten, sla je gewoon een salafistische site op en binnen vijf minuten weet je alles.
Daar komt nog bij dat de straatschoffies geen schoffies zijn geworden omdat de profeet Mohammed, hij ruste in vrede, ze daartoe heeft aangezet. Mohammed wist helemaal niks van de ‘cultuur’ van het Rifgebergte of het Slotervaartkwartier en dat is nu juist wat die jongens beweegt: de ongerijmdheid van die twee culturen.
Dus het bezit van de koran van Kader Abdolah heeft voor de gemiddelde Amsterdamse smeris ongeveer hetzelfde nut als een schriftelijke cursus vliegen; je bent er weliswaar een tijdje zoet mee, maar je komt geen centimeter van de grond, zeker bij gebrek aan een vliegtuig.
Nee, dan zou ik liever een ramsjvoorraad van het rode boekje uitdelen. Ik heb er hier nog een liggen, eerste druk, 1967. Het heet officieel: Citaten van Voorzitter Mao Tsetoeng, en het zou, met het oog op de krakersbenden die ’s lands hoofdstad onveilig maken, beter van pas komen dan de koran. Alleen al om dit citaat: ‘Ons principe is: de partij beveelt het geweer en het geweer mag nooit de kans krijgen de partij te bevelen.’ Laat honderd bloemen bloeien, zou ik daar, zeer ter snede, aan toe willen voegen.