Gisteren de krant naar de buren gebracht. Dat is natuurlijk niet goed, de buren moeten eigenlijk zelf een abonnement nemen, maar het heeft iets ingewikkelds: als je hem niet naar de buren brengt, gooi je hem weg en dan nemen de buren nóg geen abonnement. Zo is het nu eenmaal tegenwoordig: de regionale krant heb je voor de overlijdensadvertenties en jonge buren zijn daar vanzelfsprekend nog niet erg mee bezig. Komt nog wel, wacht maar.
Vanmorgen realiseerde ik me ineens dat de krant die ik bijna gedachteloos bij de buren in de bus stopte, de laatste zaterdagkrant was in het oude formaat. Vanaf aanstaande dinsdag heeft ook die krant het tabloid formaat, zeg maar iets meer dan de helft van wat we tot nu toe gewend waren.
En hóe gewend.
Nog ruim een jaar, dan is het vijftig jaar geleden dat ik, om er te werken, een krantenredactie betrad, aan de Draafsingel in Hoorn. Daar werd uiteraard een krant op ‘normaal’ formaat gedrukt, heel normaal want alle dagbladen in den lande hadden dat formaat. Als je eens in het buitenland kwam, zag je andere formaten. Zoals het ‘berliner’ formaat, dat nog altijd gebruikelijk is bij sommige Duitse en heel veel Amerikaanse kranten: net zo lang als onze ‘normale’ krant, maar veel smaller. Die kon je al in de trein lezen. En er waren tabloids.
Het gekke is dat bijna de hele vijftig jaar dat ik me met de journalistiek bemoeide, zowel onder lezers als onder journalisten verzucht werd: ‘Waarom gaan we niet over op kleiner formaat?’ In bed gemakkelijker te lezen, in de trein en de auto, en zelfs aan de keukentafel. Technisch is het al gemakkelijker gezegd dan gedaan, want de rotatiepers moet helemaal worden omgebouwd op het kleinere formaat te kunnen overgaan. Maar er waren meer bezwaren. Niet in de laatste plaats de adverteerders, waarvan een deel gewoon hele pagina’s wilde laten drukken, en daarmee werden ook héle pagina’s bedoeld, en niet halve. Als dat allemaal was weggewuifd, kwam nog een probleem op de proppen: de tabloids in het buitenland – vooral die in Engeland en Bild in Duitsland – waren bladen met een sensatie-reputatie. Pulppers, boulevardbladen, yellow press, kortom: de tabloids, soms nog met een deftig trema op de i. Daar wilde je niet bij horen.
Maar toen Trouw en Het Parool het aandurfden, de gratis treinkrantjes hun intrede deden en er zelfs een succesvol en redelijk sjiek kind van NRC-Handelsblad op de markt verscheen, was het hek van de dam. Ineens is een krant op ‘normaal’ formaat een relict uit oude tijden.
Ach, de reportage of het interview van een héle krantenpagina, waar ik zo gek op was (en vele collega’s met mij) waren toch al uit de tijd – moderne lezers kunnen nog net een hele internetpagina aan, en dit stukje is nu al langer.
Ik bewaar het als een dierbare herinnering. En denk daarbij: maar er de vis in verpakken, dat gaat niet zo gemakkelijk, in een tabloid.
___________________
Bij de foto: Wekenlang bereidde de krant de lezers voor op de overgang op tabloidformaat -- het woord tabloid werd daarbij zorgvuldig gemeden en vervangen door 'compact'. En passant werd de lezer in de Mijnstreken ook verder gemasseerd om ooit te accepteren dat het Limburgs Dagblad als aparte titel zal verdwijnen, ten gunste van de Maastrichtse krant, De Limburger.