Zelf zit ik eerlijk gezegd ook een beetje stromeloos. Het zijn de dagen van lekker eten en drinken en aan heel weinig denken. Ik kijk naar buiten en zie weer dat haveloze merelvrouwtje. Deze week even overwogen een stukje over haar te schrijven, een zwerfster zonder Straatkant of winkelwagentje, ze is door een poes te grazen genomen en op het laatste momentje ontsnapt. Haar veren staan alle kanten op, en ze kijkt een beetje hysterisch de wereld in. En ze loopt de hele tijd mijn woonkamer binnen en ik weet wie die enorme kwakken stressstront moet opruimen. Dus weg jij! En ook geen guldentje voor een biertje.
Al weken, wat zeg ik, maanden loop ik rond met ideeën over de Partij van de Arbeid. Ja, je leest het goed, ineens gaat het over polletiek. Rita Verdonk, partijloos Kamerlid zonder programma, merelvrouwtje op krukken, staat met 23 virtuele zetels op hetzelfde aantal als Wouter Bos, die minister van financiën is namens een partij zonder programma.
Toen Wim Kok in de jaren negentig het programma weg deed (‘de ideologische veren afschudde’) beleefden we andere tijden. Toen waren de ideologische veren alleen maar lastig als je er naar streefde tot in der eeuwigheid de meerderheid te vormen.
Vrouwtjesmerel Jan Marijnissen vond de ideologische veren en trok ze aan: je weet nooit of ze ooit nog van pas komen. Met groot succes bij het electoraat. Voor de laatste verkiezingen deed Jan (gesteund door Femke) nog een poging om de politieke situatie duidelijk te maken aan Wouter Bos, maar die dacht toen nog 61 zetels te halen en wees de toenaderingspoging arrogant van de hand.
Zou het anders zijn nu zijn partij nog maar net eenderde van die virtuele zetels heeft? Je hoort er niks over. Een enkele partijbons mompelt nog wel eens ‘de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen, solidariteit, dat moeten we hebben’, maar dat zijn tot niets verplichtende mantra’s.
Intussen zijn de Nederlandse arbeiders, die het voor een belangrijk deel niet beseffen omdat ze aan het feesten zijn, feitelijk bijna terug in de positie van ‘verworpenen der aarde’, hun rechten hebben ze verkwanseld ‘om het gezellig te houden’. De aandeelhouder wint. Precies de misstand waar de Partij van de Arbeid voor werd opgericht.
Het is dus tijd voor een strijdbare, knalrode linkse partij die de mensen duidelijk kan maken dat ze zich niet door Rita, Mark, Geert en Jan Peter moeten laten naaien, maar dat het tijd is om orde op zaken te stellen. ‘Wij zijn de haveloze vrouwtjesmerels!’
Ik weet niet of Wouter Bos daar leiding aan kan geven. Maar ik weet zeker dat er nog genoeg socialisten zijn die de arbeiders weer gewoon krijgen waar ze horen: op de barricaden. Gehuld in een degelijk ideologisch verenpak.