In Europa moet je maar afwachten of je op campings internet hebt. Ik heb er al uitvoerig over geschreven, met name wat betreft nachtmerrie-achtige toestanden in Italië en Griekenland. Maar ook in Nederland en Duitsland is het niet vanzelfsprekend dat de camping draadloos internet aanbiedt. Ik denk dat in Europa ook nog een beetje de gedachte heerst dat je ‘op vakantie’ bent en dat je dus van alles wilt, maar zeker niet werken. En internet is werken. Ondanks een flinke dekking is internet in West-Europa behalve werk ook nog een speeltje dat je eens in de week aanzet.
In Amerika is internet een volstrekt ingeburgerd onderdeel van het dagelijks leven. Natuurlijk verschilt dat ook per bevolkingsgroep en laag van de samenleving, maar met name onder goed opgeleide mensen, van jong tot zeer oud, is computer- en internetgebruik zeer algemeen. Het is heel normaal dat je in een ontbijtcafé vijf zes mensen de croissant naar binnen ziet werken, terwijl ze hun mail doornemen – natuurlijk heeft het café draadloos internet. Voor goed begrip: je ziet hier tijdens de lunch ook mensen een exquise Japanse maaltijd naar binnen werken met in de linkerhand een opengeslagen dik boek.
In de VS kun je in openbare bibliotheken tegen geringe vergoeding internetten. Er zijn ook nog wel internetcafés, maar die zijn op hun retour, sinds de meeste mensen zich een laptop kunnen veroorloven, en draadloos internet werkelijk overal is. Als je de laptop aanzet meldt hij direct hoeveel en welke netwerken er in de omgeving zijn: soms wel vijftien of twintig, waarvan een deel onbeveiligd en dus ‘bruikbaar’, op eigen risico, natuurlijk.
Wat campings betreft heb ik bijna uitsluitend ervaring met KOA-campings. Zonder uitzondering hebben die allemaal over het hele terrein draadloos internet; de kwaliteit verschilt nog wel eens, zo heb ik ervaren dat het uploaden van foto’s voor sommige netwerken te veel gevraagd is. Ook moet je er soms voor betalen, dat varieert van een eenmalig bedrag van zes dollar voor een aantal maanden, tot tien dollar per dag, zoals in het Bayside Hotel in Santa Monica waar ik dit schrijf, en waar ik heb moeten ervaren dat door een onopgehelderde oorzaak de eerste dag helemaal verloren ging omdat met de verbinding niets te beginnnen viel. De rekening voor drie kwartier (vergeefse) helpdesk moet ik nog krijgen.
De provider is een externe firma (zoals ook altijd op de genoemde campings, trouwens) maar die werkt natuurlijk wel via de server van het hotel. Daar werd juist die dag aan gewerkt en ik houd het er maar op dat daar de oorzaak van het probleem lag. Overigens moet je de deskundigheid van het personeel van zowel campings of hotels niet overschatten: veel verder dan het overhandigen van een folder of de toegangscodes komen die ook niet.
Kort samengevat: we hebben op onze reis van drie weken lang vrijwel ononderbroken goede en snelle internetverbindingen gehad. Uiteraard niet rijdend, dan heb je een UMTS-contract nodig. Op onze laatste camping, in een natuurpark bij Malibu, was zelfs geen stroom of water en dus ook geen internet. Toch zag ik daar iemand internetten: dat gaat dan via de telefoon en is volgens mij nog altijd erg duur.
De driebandtelefoon deed het overigens uitstekend, behalve in afgelegen gebieden zoals de Grand Canyon. Maar het contact met het thuisfront (‘heb je de planten water gegeven?’) ging via MSN, en dat is dus feitelijk gratis. Je zou uiteraard ook stemcontact kunnen hebben, en zelfs beeld, zoals ik enkele malen deed. Door het tijdverschil van negen uur was het trouwens nog het meest praktisch om mailtjes uit te wisselen.
Laptop mee dus, de volgende keer.