Zoals in vrijwel alle gevallen heeft ook de 1040-dagenkwestie minstens twee kanten. Als oudere, veel oudere jongere ga ik vrijwel automatisch mee met de ouderen: protesteren is goed, maak je punt maar een keer, maar het is toch nergens voor nodig om meteen te beginnen van alles te verwoesten?
Maar dan zie ik staatssecretaresse Van Bijsterveldt en dan krijg ik toch van die rare rode bloedvlekken voor de ogen.
Want haar heb ik zondagavond rustig voor de radio horen beweren dat ze al weken geleden die 1040-urennorm had aangepast, tot een totaal van 1000 en dat die maatschappelijke stage van 72 uur (dat zijn negen werkdagen om er achter te komen dat er in de wereld ook nog iets anders is dan mobiel bellen, msn’en, hyven en sms’en) ook nog eens van die 1040 uren af moet en dat er dus geen aanleiding meer is om te demonstreren, en dat iedereen maar weer eens aan de slag moet. Bij het CDA weten ze de vrijheid van meningsuiting te relativeren als het nodig is.
Nou goed, daar heeft ze natuurlijk ook wel een beetje gelijk in, herneemt mijn rechterhersenhelft weer, want je moet natuurlijk nog wel een aantal uren naar school, als je iets wilt leren. Die 1040 uur komt neer op ruim vijf uur per schooldag, dan heb je toch dik achttien uur over om mobiel te bellen, te msn’en, te hyven en te sms’en. En dan heb ik het dus nog niet over al die dagen waarop je helemaal niks hoeft, te weten de vakantiedagen.
Tot zover het gemodder in de marge. Ik ken verschillende mensen die leraar zijn geworden juist omdat er zoveel vakantie verbonden was aan dat mooie vak. Dat zijn meestal niet de meest bevlogen onderwijzers, zal ik maar zeggen. Dat zijn nu ook degenen die de jongelui ophitsen om te gaan staken: alweer een paar uur geen les geven, en met misschien als uitkomst dat Van Bijsterveldt alsnog het aantal uren halveert, met behoud van salaris.
Wat Van Bijsterveldt vooral zou moeten doen, vind ik, dat is: zorgen dat er meer leraren komen (hoe, dat zoekt ze zelf maar uit) en meteen ook de lapzwansen die maken dat vrijwel alle schoolkinderen ’s morgens eerst internet moeten raadplegen om te zien of de lapzwans het belieft vandaag weer eens op te dagen, de les te lezen. Dat deed ze, eerlijk is eerlijk, gisteravond bij P&W ook wel een beetje, maar ze was er niet echt met haar hoofd bij. Ze werd pas echt wakker toen ze een theologisch verantwoord betoog opzette over de levenskansen van véél te vroeg geboren kinderen, geheel volgens de richtlijnen van het Heilig Officie te Rome en de Synode van Dordrecht.
Uit het betoog van de ook aanwezige dokter begreep ik trouwens dat die prematuurtjes, als ze het al levend halen, vaak niet op de middelbare school terecht komen. Dus dat is een hele zorg minder.