Eigenlijk had ik, bescheiden als ik ben, het voor me willen houden. Maar nu ook Wim de Bie uit de kast is gekomen met zijn (vorig jaar al geflopte) eenpersoonsblad BIE, kan ik er niet meer omheen. Ook al omdat mijn blad, wat zeg ik, mijn bladen, zich in vrijwel alles onderscheiden van de onbescheiden afscheidselen van een aantal zelfbenoemde BN’ers, als daar zijn Linda., Youp., Matthijs., Heleen. en Felderhof. Die laatste kwam er als eerste mee. Na mij, dus.
Hoe ze allemaal aan die punt zijn gekomen, dat weet ik niet, het is net zoiets aanstellerigs als ineens ergens midden in een woord een hoofdletter zetten, ik noem GroenLinks.
De meeste van de genoemde bladen zijn bewuste eendagsvliegen, ze kosten vermoedelijk alleen maar geld, maar dan heb je ook wat, zeker als je stiekem maar honderd exemplaren hebt laten drukken voor die paar lui die op de drank afkomen bij de officiële ‘lancering’. Dan blijft er altijd nog wel één exemplaar over waarmee je je kunt afzonderen op het toilet, om, nou ja, we kunnen het voor hetzelfde geld ook netjes proberen te houden, jullie begrijpen best wat ik bedoel.
Wim de Bie vertelde gisteren op zijn weblog dat ook van zijn blad maar ongeveer honderd exemplaren waren verkocht, althans afgenomen, zodat hij de overige bijna dertigduizend nu naar de papierbak kan brengen. Honderd exemplaren, dat moeten die anderen nog maar zien te halen.
Maar goed, ik was dus, besloot ik gisteren, als ON’er (Ouwehoerende Nederlander) aan de beurt. Die punt, daar heb ik indertijd wel aan gedacht, maar omdat het blad so wie so over het zetten van punten zou gaan en een leuke woordspeling op mijn voornaam zich als het ware opdrong, zette ik gewoon een frivool accent op de letter e, en voilà (ja, dat is een accent grave) we hadden een blad dat vooral het gezónd zetten van punten als onderwerp had.
Vanaf het begin ben ik niet in de valkuilen van de persoonlijke glossys gevallen; zo heeft er nog nooit een portret van mij in de Santé gestaan, en ook niet in het al even lekker lopende TopSanté (sorry, de redactie wilde dat per se, die hoofdletter in het midden, ik ben daar democratisch in), laat staan op de voorpagina. Zelfs een biografie of iets dergelijks, hoe interessant ook – mijn ziektegeschiedenis zou best een hele ‘special’ kunnen vullen – heb ik steeds geweigerd te laten schrijven en aan een maandelijks voorwoord heb ik al helemaal een broertje dood.
Nee, we zijn volkomen tevreden met de opbrengst, waar we heel aardig van naar de dokter kunnen. En tussendoor ook nog een glaasje schenken. Santé!