Zelfs bij de nationale knuffelbeer, Jan Wolkers, is nog een poging gedaan om vraagtekens te zetten bij zijn eetgedrag. Let even wel: Jan Wolkers was natuurlijk absoluut geen knuffelbeer en van nationaal moest hij al helemaal niks weten en eerlijk gezegd was zijn kennis van flora en fauna ook beperkt, zij het van aandoenlijke aard.
De man was nog niet op kamertemperatuur, of deze of gene al wist te melden dat de lijstduwer van de Partij voor de Dieren zich wel eens te buiten ging aan ganzenlever. Ganzenlever, nota bene, het product waarop de gehele dierenbeweging zich de laatste jaren concentreert, als het symbool van de perverse en verdorven wijze waarop het mensdom om pleegt te gaan met het dierenrijk en deszelfs inwoners.
Maar ik heb wel eens goede ganzenlever geproefd en als die niet zo duur zou zijn, zou ik dat schitterende product wel eens vaker willen eten. Gelukkig lijkt het me ook niet erg gezond.
Dat zijn drie aantrekkelijkheden: het is duur, het is lekker, en het is pervers. Wat wil de smulpaap nog meer.
Het verschil tussen ‘absoluut niet kunnen’ en ‘geheel en al toegestaan’, zit hem in de wijze van benadering. Mensen die roepen dat ze ganzenlever, en kaviaar, en Dom Perignon eten cq drinken omdat ze het zich kunnen veroorloven, ‘ik vind er geen flikker aan, maar je maakt er wel de blits mee’, die zou dus verboden moeten worden deze en dit soort producten te nuttigen. Geef ze een kroket of een frikadel, dat vinden ze uiteindelijk eigenlijk lekkerder. Laat ze zich niet verder pijnigen.
Maar laat Jan Wolkers en ik nu maar genieten. Wij hebben er niet zozeer verstand van, maar we weten de smaak, het mondgevoel, de afdronk als het ware, ten volle te waarderen. En in die zin kan de lijstduwer van de Partij voor de Dieren juist ganzenlever eten en rauwe tonijn van jonge blauwvinnen en voorbeeldig gebraden lijsters nuttigen, is dat in zekere zin verplicht. Gewoon omdat hij en ik de desbetreffende dieren juist eer aan doen door hun smakelijkste onderdelen te savoureren, gepaard doen gaan met perfecte voor- en hoofdgerechten, met wijnen als nectar.
En als wij het alleenvertoningsrecht krijgen, dan is er ook geen sprake meer van gevaar voor uitroeiing. En hoeven er ook geen duizenden Franse boeren meer fois gras te maken. Eén, hoogstens twee, dat is voor mijn verbruik ruim voldoende.
Heden vlieg ik ten koste van het milieu naar Italië. Maar ik ben geëxcuseerd, want morgenavond eet ik een bistecca fiorentina van een kilo. Daarvoor moet ik naar Florence, natuurlijk. Perfect krokant aan de buitenkant, rauw en warm van binnen, vlees dat smelt op de tong. Dat rund in de Valdichiana heeft er als het ware zelf toestemming voor gegeven.