Val je toch een beetje door de mand: je leest dat Doris Lessing de Nobelprijs voor Literatuur heeft gekregen, je draait je om naar de Engelse literatuur die achter je staat in vijf Billy’s, reeds met bange voorgevoelens, en verdomd: ik heb niets van Doris Lessing en buiten een enkel kort verhaal kan ik me ook niets van haar werk herinneren. Dat is minstens vervelend.
Doris Lessing is al zo oud en haar werk is al zo lang geleden in het Nederlands vertaald, dat het voor Toon Rekkers, docent Ondernemingsvaardigheden Toerisme, tot het ‘archaïsch taalgebruik’ gerekend zal worden. Toon, let op die naam schrijft in een stukje in de Volkskrant dat hij het niet wonderlijk vindt dat de aan hem toevertrouwde mbo-jeugd geen archaïsch Nederlands kan lezen.
En even voor de duidelijkheid: Toon bedoelt niet het Nederlands van Joost van den Vondel, niet dat van Eduard Douwes Dekker of van Simon Vestdijk – die ook nooit de Nobelprijs kreeg – maar, en ik citeer, het Nederlands van tien jaar geleden, ik herhaal: van tien jaar geleden. Hij schrijft, even om het verwijt vóór te zijn dat ik buiten verband citeer (archaïsch taalgebruik): ‘Bovendien verandert taal en is het archaïsch taalgebruik van tien jaar geleden bij onze aanstormende mbo-studenten gelukkig al voltooid verleden tijd.’ Ik wijs hier op het bijzondere gebruik van het woord ‘gelukkig’. En merk op dat Toon zelf het woord archaïsch nog kent, dat van klassiek Griekse oorsprong is en meer dan drie letters telt en dus door zijn aanstormende studenten Ondernemingsvaardigheden Toerisme niet eens meer uitgesproken kan worden, laat staan begrepen.
Als Toon het zo druk heeft met het afschermen van zijn leerlingen van teksten als bijvoorbeeld die van de Nederlandse Grondwet – die is namelijk ruimschoots meer dan tien jaar oud – dan heeft hij natuurlijk geen gelegenheid zijn jongens van het ‘schuren’ af te houden; schuren, mijne dames en heren met uw neus in de suffe teksten van meer dan tien jaar oud, is het wrijven door jeugdige mbo’ers, tijdens schooltijd, van het mannelijk geslachtsdeel, naar ik mag aannemen in geëregeerde staat (archaïsch taalgebruik) tegen de billen van vrouwelijke klasgenoten, naar ik aanneem met het doel tot hun gerief (archaïsch taalgebruik) te komen. Ik citeer het Algemeen Pedagogisch (archaïsch taalgebruik) Centrum
Ach jongens. Vroeger liepen de meiden er vaak ook al uitdagend en wulps (archaïsch taalgebruik) bij, maar schuren mocht niet, en dat vind ik met terugwerkende kracht jammer, want ik zou een begaafd schuurder zijn geweest.
Bij gebrek daar aan moest ik me beperken tot meisjes die in het fietsenhok of nog intiemer wel van alles wilden, maar toch vooral praten over literatuur van meer dan tien jaar oud.
De Nobelprijs, wil ik maar zeggen, blijft een handicap, voor wie kan lezen. Ook dit jaar gaat die prijs mij weer klauwen vol geld kosten. En mij van het schuren en aanverwante aangenaamheden af houden.
Laatste reacties