Klompen, Delfts Blauw, allemaal tot je dienst. Maar als er iets tot de Nederlandse identiteit hoort, dan is het de broodjeszaak waar ze witte puntjes en bruine bolletjes royaal besmeren met ‘goeje boter’ en daarop een dikke kwak halfom, tartaar, ei, ossenworst, paling of garnaal.
Je zou verwachten dat ze dat op Schiphol, pardon: Schiphol Plaza trots laten zien, naast de klompen en het Delfts Blauw, als onderdeel van de Nederlandse identiteit. Hoezo slecht eten in Nederland? Wat is er nóg lekkerder dan een broodje halfom?
Maar ben je gek. Direct na aankomst op de nationale luchthaven loop je tegen een tent aan die Juggler’s heet, waar ze op het idee zijn gekomen zich de hele dag al uitpersend door een berg sinaasappels heen te werken; en verder kun je er, of er direct naast iets oerhollands als ciabatta met carpaccio krijgen, ik zweer je dat het waar is. En waarvan de productie zo lang duurt dat je het niet kunt kopen omdat je trein over twaalf minuten vertrekt.
En dat ziet er allemaal zeer schrijnend uit, voor iemand die rechtstreeks aankomt vanaf het zonovergoten vliegveld van Pisa in Italië. Daar kun je bij een enorme counter heerlijk verse maar kant-en-klare dingetjes mee krijgen, die horen tot de Italiaanse identiteit, zoals broodjes met tomaat, mozzarella en rucola, met ham of salami, of mortadella; natuurlijk ook wel citrussap en vooral koffie. Maar aan dat idee hebben ze op Schiphol, pardon: Schiphol Plaza, natuurlijk niks, en omdat ik maar twaalf minuten heb kan ik helaas geen volledige inspectie doen, en bijvoorbeeld een achteraf gevestigde Marokkaan vinden die wèl een broodje halfom wil en kan serveren.
Ik moet dus naar het perron, want de trein staat op vertrekken en in die trein is ook niks te krijgen, natuurlijk, zodat ik met het trieste vooruitzicht op drie uur rammelende maag de roltrap afdaal.
Nee wacht, er staat een automaat! Marsen en Nutsen, dus, maar ook een pakje met twee stroopwafels. Licht verheugd werp ik het geld in, de wafels storten in een gat onderin de machine en ik buk me om ze eruit te halen. Op dat moment slaat me een piswalm in het gezicht: hier heeft een Hollander met de juiste mentaliteit zijn plasje gedaan, tegen de automaat. Ik aarzel bij de wafels, maar komaan: de verpakking lijkt goed dicht. Ik kom overeind, hap in de oeroude, keiharde stroopwafel en met de eerste hap gaat een dikke wolk sigarenrook mee naar binnen van een hufter die naast me staat te roken.
Hartelijk welkom: dit is onmiskenbaar Nederland! En smakelijk eten!