Nathan Zuckerman, inmiddels 71 jaar, schrijver en veelvuldig optredend romanfiguur van Philip Roth en als je het mij vraagt zijn alias of alter ego, heeft (precies als Roth zelf) elf jaar in de bergen ten noorden van New York gewoond als hij eind 2004 naar New York reist voor een behandeling door een uroloog, die beweert dat hij een van de spectaculaire bijwerkingen van de verwijdering wegens kanker van zijn prostaat – urine-incontinentie – kan verhelpen.
Tijdens zijn verblijf van een week in de grote stad ontdekt Zuckerman dat een jonge literatuurhistoricus, Richard Kliman, bezig is een biografie voor te bereiden van de lang geleden overleden en grotendeels vergeten maar daarom nog geen onbelangrijke schrijver E.I. Lonoff; Zuckerman heeft allerlei redenen om te verhinderen dat dat boek uitkomt; mede doordat hij, ook heel toevallig, op het spoor is gekomen van Amy Bellette, de vrouw die in de jaren vijftig de vriendin van Lonoff was. En hij ontmoet Jaimie Logan, rond de dertig en aankomend schrijfster, op wie hij prompt verliefd wordt. Verliefdheid op jonge vrouwen overkwam hem vroeger veel vaker, maar de tijden zijn veranderd, zoals zal blijken.
Met Amy Bellette heeft hij een lang gesprek, dat moeizaam verloopt omdat Amy geopereerd is aan een hersentumor die juist weer is teruggekeerd – en ook doordat Zuckermann hogelijk verontrust is over zijn eigen falende geheugen, dat geheugen waarmee zijn literaire werk staat of valt. Amy heeft in haar verwarring door haar ziekte nogal wat medewerking verleend aan de activiteit van Kliman, maar smeekt Zuckerman Kliman tegen te houden. Het blijkt uiteindelijk dat Zuckerman absoluut niet opgewassen is tegen de bruisende vitaliteit van Kliman.
Hij vergeet niet alleen geregeld wat er precies in gesprekken gezegd en gedaan is, en hij moet ook vaak per dag zijn luier wisselen en douchen om niet naar pis te ruiken. Ondertussen voert hij lange interne dialogen met Jaimie – vlak voor zij (in die dialoog genaamd Hij en Zij waar zij dus niets van weet) aankondigt hem in zijn hotelkamer te zullen opzoeken, stapt hij in de auto en rijdt terug naar de bergen; hij realiseert zich immers voortdurend dat hij de vrouw niet anders zou kunnen bieden ‘dan dat gerimpeld stukje vel waar voornamelijk pis uit loopt.’
Voor iemand van mijn leeftijd, die weliswaar (nog) niet de bijwerkingen van het ouder worden voelt zoals Zuckerman, maar wel gemerkt heeft dat ‘het allemaal minder wordt’ is dit gevaarlijke literatuur. Roth beschrijft zo volstrekt genadeloos en vlijmscherp wat hij denkt en voelt en ondervindt, ook tegen de achtergrond van de vreesloze vitaliteit van de jeugd van Richard en Jaimie, dat je toch onwillekeurig te lang blijft stilstaan bij de hopeloosheid en zinloosheid van het verdere bestaan als bejaarde. Gelukkig ben ik een hersenloze optimist, want anders…
Volgens mijn inschatting maakt Roth met dit boek zijn eigen cirkel rond. Kijk maar: voor het eerst sinds een flinke reeks boeken voert hij Zuckerman weer ten tonele. Roth introduceerde Zuckerman in de jaren vijftig, het eerste boek met zijn alter ego als romanfiguur speelt zich af in het jaar 1956, in het huis van de schrijver E.I. Lonoff en daar ontmoet Zuckerman ook voor het eerst Amy Bellette, destijds een exotische schoonheid.
Ik denk dan ook dat dit mogelijk het laatste boek van Philip Roth is, hij hint in deze pagina’s ook in die richting: zijn geheugenverlies, beseft hij, zal het hem onmogelijk maken op zijn ‘normale’ peil te blijven schrijven, althans: publiceren. En als je nog verlegen zit om een extra aanwijzing daarvoor: het boek uit 1979 waarin Zuckerman voor het eerst optreedt, heet The Ghost Writer. Dit nieuwste, mogelijk laatste boek, heet Exit Ghost.
Volgend jaar maar gauw de Nobelprijs voor literatuur, zou ik zeggen. Wat een oeuvre heeft die man.
Exit Ghost, Philip Roth, ISBN-13: 978-0-618-91547-7
Bij de foto’s: Een groot deel van het oeuvre van Philip Roth.
De eerste en (mogelijk) de laatste Zuckerman, plus de twee boeken die de meeste indruk op me maakten: Patrimony en Sabbath’s Theater – wat ontbreekt is American Pastorale, dat eigenlijk hét boek van Roth is.