Hebt u de laatste tijd nog wel eens een hardwerkende Nederlander gezien? Ik eerlijk gezegd niet. Het is niet zo dat ik een negatief oordeel heb over de werklust van Nederlanders, integendeel; maar als je ergens permanent hard moet werken, dan is er iets mis met die arbeidsplaats en wordt het hoog tijd dat je er eens een collega bij krijgt die een deel van je werk overneemt, zodat je samen in plaats van hard, nu eens gewoon kunt werken, zodat geen van beide aan het eind van het parlementaire jaar kan worden opgevoerd als de ‘uitgebrande Nederlander’.
Alsof hij plotseling was toegetreden tot de redactie van De Telegraaf of van Elsevier stond Mark Rutte gisteren ineens te oreren met teksten waarin om de tien woorden ‘de hardwerkende Nederlander’ werd opgevoerd.
Geen wonder dat hij gisteravond werd gebeld door de gewóón werkende voorzitter van de werkgeversorganisatie. Die donderde: ‘Waar haal je die onzin toch vandaan, Rutte. Wat is dat, een hardwerkende Nederlander. Ik heb voor de zekerheid eens even rondgebeld, maar ik heb niemand kunnen vinden die in zijn personeelsbestand ook maar één hardwerkende Nederlander kon vinden. Ja eentje, maar die had die uitslover er een paar maanden geleden uitgeflikkerd. Dus zou jij eens kunnen ophouden met die onzin? En haal die pruim tabak uit je mond.’
Rutte had gestameld dat hij bij het ijsjes verkopen bij Unilever dezelfde ervaring had gehad, dat daar ook niemand de benen uit zijn reet liep, maar dat hij gewoon in de Tweede Kamer die fictieve hardwerkende Nederlander had opgevoerd, omdat veel mensen zichzélf hardwerkend vinden, met name degenen die de meeste uren verdoen bij de koffie-automaat en in de kantine -- mensen die tevens de vaste kern van VVD-stemmers vormen.
De werkgeversvoorzitter had daarop iets ingebonden, maar wel gevraagd de hardwerkende Nederlander voortaan maximaal om de veertig woorden op te voeren.
Nou ja, de algemene beschouwingen waren achter de rug, waarin we het weinig verheffende fenomeen hebben mogen zien van twee parlementariërs die in hun wanhoop hun toevlucht namen tot absolute simplificaties: Rutte en Blonde Dolly uit Venlo.
Dat behoeft verder geen toelichting zodat ik wat ruimte overhoud voor een andere observatie, namelijk de opdringerige avances van Balkenende ten aanzien van Femke Halsema. Even voor de duidelijkheid: ten aanzien van Femke zijn de kaarten reeds lang geschud. Jan Peter kan zich beter richten op Gerda Verburg, of zoiets. Als je begrijpt wat ik bedoel.