Eigenlijk is het podium van de Heerlense schouwburg te klein voor zo’n uitvoering. En de eerste tien rijen van de zaal moesten het doen met het geluid dat van het podium kwam: meer dan eerst een heel stel lege lessenaars met de dreigende tekst ‘Nederlands Politie Orkest’, later een stel musici van dat orkest waaronder gelukkig ook een paar leuke vrouwen.
Maar het Koninklijk Heerlens Mannenkoor Sint Pancratius, dat hebben we dus visueel helemaal gemist, vrijdagavond. Net als het ook ingehuurde kinderkoor en het operakoor.
Wat ook ietwat tegenviel: de schouwburg is een hele tijd gesloten geweest wegens renovatie en dan blijkt er van die renovatie eigenlijk niet veel te zien. Het is ook nog niet klaar, zagen we, maar in de toegangshal liggen nog de ouderwetse jaren-zestig tegels op de vloer; gelukkig zijn de trappen niet meer glad. En de grote zaal heet intussen de Rabozaal, want sponsors willen natuurlijk wat terugzien van hun investering.
De toeschouwers, en dus met name die op de derde rij, werden ook nog geconfronteerd met een raadsel: wat was er aan de hand met de akoestische wanden aan drie zijden van het podium? Die wand bestaat uit grote, kennelijk losse elementen van in bepaalde vormen gebogen hout, die nogal slordig gestapeld leken. Ik zat in ieder geval de hele avond uit met gekromde tenen: elk ogenblik konden de elementen gaan schuiven. Hetgeen natuurlijk niet gebeurde. Maar het leidde wel een beetje af.
En dus zaten we op de derde rij en waren oorgetuigen van een voorprogramma met onder andere enkele composities van Hardy Mertens en met een Barbershop-medley door het koor. In afwachting van waar we voor gekomen waren: de Carmina Burana van Carl Orff.
Hoewel de laatste jaren veel populairder geworden is de Carmina niettemin niet ieders kopje thee. Ik denk dat een zeker begrip van de ontstaansgeschiedenis (klik hier om alsnog bij te spijkeren) van het muziekstuk zou kunnen bijdragen tot meer waardering, maar dat werd vrijdag aan de neiging tot zelfstudie van de toeschouwers overgelaten. In ieder geval moet niet te licht worden gedacht over de kennis, kunde en inspanning die nodig is om een dergelijke productie live op het podium te zetten.
De aanleiding tot het concert was het afscheid, na 25 jaar, van dirigent Hans Luesink. Die was duidelijk in zijn element, al had hij er een erg rood hoofd van gekregen. Maar de uitvoering ging grotendeels vlekkeloos, het geluid – onversterkt, dat mag wel eens vermeld worden – was onberispelijk.
Op de derde rij zaten we tijdens de Carmina aan te kijken tegen de drie voornamelijk zwijgend zittende solisten en de rug van de dirigent. Gelukkig was er aan de solisten wel wat te zien: de countertenor Rob Meijers – veel dames vonden hem een mooie man, maar, niet gewend aan het fenomeen, schrokken van zijn stem – de lieftallige sopraan Wendy Kockelkoren en de in een exotisch kostuum gestoken bariton Frans Kokkelmans.
In de pauze en na afloop zagen we diverse oude kennissen weer eens terug en dat is natuurlijk ook een leuk aspect van een dergelijke avond.
________________________
Afgebeeld is de pagina over het Rad van Fortuin uit de Middeleeuwse geschriften die de basis vormen van de Carmina Burana van Carl Orff.