Een wijd verbreid misverstand: de onfeilbaarheid van de uitspraken van dokters. Lange tijd hebben dokters daar zelf ook in geloofd, en ik zou ze de kost niet willen geven die nog altijd denken dat ze het altijd bij het rechte eind hebben. Een bekend voorbeeld: vroeger had de dokter vrijwel altijd een antwoord paraat als de opgegeven kankerpatiënt vroeg: hoe lang heb ik nog te leven, dokter? Gezien de tegenvallende resultaten hebben veel dokters geleerd daarbij een flinke slag om de arm te houden.
Daar komt sinds gisteren bij, dat de dokter een schadeclaim boven het hoofd hangt als hij heeft gezegd ‘drie maanden’, en het worden er uiteindelijk zes, of acht. Tien tegen een dat de familie direct na het overlijden bij de dokter op de stoep staat om vergoeding voor drie of vijf maanden kost en inwoning te eisen, plus natuurlijk vergoeding van immateriële schade: je bent al die tijd droevig geweest omdat de patiënt weliswaar nog leefde, maar binnenkort dood zou gaan.
Ik doel natuurlijk op de zaak waarin de gynaecoloog een mevrouw had verzekerd dat ze niet meer zwanger kon worden, waarna ze spoorslags zwanger werd, van een tweeling nog wel, en vond dat de dokter dan ook maar voor de opvoeding van de kindertjes, inmiddels dertien jaar oud, moest opdraaien. Ik ben dan zo iemand die het plastisch vóór zich ziet: de juichende ouders die het ene kind na het andere te voorschijn zien komen in de verloskamer en nog vóór de onderscheiden navelstrengen zijn doorgeknipt een advocaat ontboden hebben voor het opstellen van de schadeclaim.
Het allergekste is natuurlijk, dat de rechter aan wie dit absurde geval werd voorgelegd, de ouders in het gelijk stelde. Daarmee een luik openend waar zo ongeveer de gehele medische stand te zijner tijd doorheen zal vallen – volgens mij kun je namelijk niet bewijzen dat je géén kinderwens had; ik stel me zo voor, je raakt eindelijk zwanger door reageerbuisbevruchting, je krijgt het kind dus door medisch ingrijpen, en halverwege de zwangerschap begin je te beweren dat je ‘eigenlijk’ geen kinderwens had. Ook die dokter draait dus op voor de opvoeding van het aldus verwekte kind. De dokter zegt: u hebt kanker, hij opereert u en u gaat daardoor niet dood. Een enorme schadepost!
Wat dus moet gebeuren is dat eens goed doordringt tot onze botte hersentjes dat de medische stand heel veel kan – zij zelf zal de eerste zijn die bij die bewering instemmend knikt – maar ook en vooral heel veel niet. Een van de dingen die ze nog altijd zeker niet kan is: met stellige en honderd procent zekerheid iets beweren. Gelukkig hebben we daarop iets gevonden; de dokter heeft een inspanningsverplichting en geen resultaatverplichting. In het geval van de onopgevoede tweeling betekent dat dus: foutje in de schatting, een normaal beroepsrisico in een beroepsgroep die het van giswerk moet hebben. Gefeliciteerd met uw tweeling!