Elke dag geheime witte pakken zien is een taak die althans voor mij te hoog gegrepen is. Maar ruiken dat een zaakje stinkt, dat kan ik feilloos.
Neem bijvoorbeeld het bericht van hedenmorgen, dat ze op het vmbo en het mbo (dat zijn vormen van onderwijs) zo’n beetje gestopt zijn met het geven van les in het Nederlands.
Nu wil ik even afzien van mijn stelling dat al sinds mensenheugenis het Nederlands noch enige andere taal nog behoorlijk gedoceerd wordt.
Nee, het gaat om de nieuwe maatregel, en de bewoordingen waarin die vervat zijn. Ze gaan ‘competentiegericht Nederlands geven’. ‘Competentiegericht’ is net zo’n betekenisloos woord als ‘management, epibreren, projectmatig, pro-actief, structureel, organisatie, account, functioneringsgesprek, back office, front office, tools.’
Uit de samenhang begrijp ik dat ‘competentiegericht doceren’ betekent: we staan te figuurzagen en af en toe lullen we daar tussendoor, bij voorkeur niet in het Berbers, Anatolisch of Basji-Boezoeks. ‘Grom! Grol! Graauw!’
En het is ook waar: het Nederlands is al lang niet meer te redden. Of scherper gesteld: het Nederlands spreken is in twee delen uiteen gevallen. Ongeveer één procent van de ingezetenen maakt zich dik over de tussen-n, het Groene en het Witte Boekje, schrijft zelf grotendeels foutloos en heeft minder dan zestig fouten bij het Groot Dictee der Nederlandsche Taal; de overige 99 procent strompelt voort van het ene ‘dan heb ik zoiets van’ naar het andere ‘ik heb last van mijn chlorestol’. Kijk eens naar e-mails die je krijgt en naar bijdragen op allerlei internetforums: af en toe zie je daar nog wel eens een goed gespeld woord of een begrijpelijk geformuleerde zin, de rest is brabbel en wartaal.
Echt een onderwerp waar de Tweede Kamer, die maar zeer ten dele tot eerder genoemde één procent hoort, om ineens van op de achterste poten te staan: ‘Wát, leren die knuppels geen Nederlands meer? Het is een schande! Wij staan hier antiseptisch tegenover!’ En dat moet je reeds ’s morgens vóór half acht op de radio aanhoren. Je dag is dan toch vrijwel onherstelbaar verloren.
Gerard Reve was in de afgelopen zestig jaar een van die zeldzame mensen die niet alleen een perfecte beheersing van het Nederlands aan de dag legde, maar er ook het nodige aan toevoegde waardoor de taal na Reves overlijden mooier en rijker achterbleef. Reve deed het zodanig dat velen er hun eigen taalgebruik door verbeterden.
Maar wat zag de heffe des volks, niet vanuit het onderwijs bekend met aard en wezen van het Nederlands, alleen maar? Dat Reve een vieze vuile flikker was.