Ach, van Buys kan ik me dat ook wel een beetje voorstellen. Die wil vooral negerzoenen verkopen, en als het onder de échte naam 'negerzoenen' minder makkelijk gaat, dan geef ik hem groot gelijk dat hij iets aners bedenkt. Hoewel Buyszoenen natuurlijk een halfslachtige wijziging is. Iedereen denkt bij het zien van Buyszoenen meteen: aha, negerzoenen. Daarbij gesteund door niemand minder dan Van Dale’s Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, dat beloofd heeft dat de negerzoen op zijn vroegst over honderdvijftig jaar uit zijn kolommen verwijderd zal worden. Zie ook mijn vorige opmerkingen terzake. Ik schat dat het tot in lengte van jaren in de supermarkt zal klinken: ‘Meneer, waar staan de negerzoenen?’ ‘Daar, in het Buysschap, mevrouw.’
Een totale breuk met de oude naam zou natuurlijk de naam ‘glucoseklodder’ of ‘glucoseplak’ hebben kunnen betekenen, maar om alweer begrijpelijke redenen is ook daar niet voor gekozen. Het pad van de negerzoenenproducent gaat niet over rozen.
In de politiek zou je met de oude negerzoen nog wel iets kunnen. Als Geert Wilders een zekere mate van gevoel van humor zou hebben gehad, dan had hij demonstratief artikel 1 van de Grondwet op de Hofweg in Den Haag ingesmeerd met een geplette negerzoen; resultaat: een mooie witte vlek. Een blanke vlek.
Maar ik zie Geertje eerder het pak blanke vla als symbool van zijn partij hanteren. ‘Moet je ook eens proberen!’ Als slagzin ijzersterk, kan hij zo kopen van Campina.
Intussen roert zich alweer het kamp dat om onbegrijpelijke redenen de negerzoen in verband brengt met Nederlanders die zich heel lang geleden bezig hielden met de toenmalige drugshandel, namelijk de handel in slaven. Want in die kringen blijkt men de benaming ‘blanke vla’ ook al als een belediging op te vatten. ‘Hier maakt men onbeschaamd reclame met het feit, dat blanken vinden dat ze superieur zijn aan anders gekleurde mensen; blanke vla moet wel beter zijn dan andere soorten vla, ik noem bijvoorbeeld negervla.’ Aldus de voorzitter van de pressiegroep ‘Negerzoenen zijn tongzoenen’ die, opbouwend, meteen een suggestie heeft: 'chocoladevla'. Klinkt goed. ‘Ja, is inderdaad lekker.’